Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

the train is timed to leave at four o'clock

Толкование Перевод

1 the train is timed to leave at four o'clock

the train is timed to leave at four o'clock

de trein moet om vier uur vertrekken

English-Dutch dictionary > the train is timed to leave at four o'clock
2 time

n. "Time", belangrijk Amerikaans actualiteitenweekblad betreffende politiek, cultuur en sport

time¹

[ tajm]

I 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 tijd ⇒ tijdsduur

2 tijdstip ⇒ tijd

3 〈 vaak meervoud〉 tijdperk ⇒ periode

4 gelegenheid ⇒ moment, ogenblik

5 keer ⇒ maal

♦voorbeelden:

1   gain time • tijd winnen

     kill time • de tijd doden

     lose time • tijd verliezen; achterlopen 〈 van uurwerk〉

     lose no time • geen tijd verliezen, direct doen

     make time for something • ergens tijd voor vrijmaken

     take one's time • zich niet haasten

     〈 spreekwoord〉 time flies • de tijd vliegt

     time and (time) again • steeds weer/opnieuw

     in next to no time • in een mum van tijd

     let's take some time off/ 〈 Amerikaans-Engels〉 time out • laten we er even tussenuit gaan

     I'm working against time • ik moet me (vreselijk) haasten, het is een race tegen de klok

     for a time • een tijdje

     in (less than) no time (at all) • in minder dan geen tijd

     all the time • de hele tijd, voortdurend; altijd

     〈 spreekwoord〉 time and tide wait for no man • het getij wacht op niemand

     〈 spreekwoord〉 time is the great healer • de tijd heelt alle wonden

2   the time of day • de juiste tijd

     do you have the time? • weet u hoe laat het is?

     keep (good) time • goed lopen 〈 van klok〉

     he arrived ahead of time • hij kwam (te) vroeg

     at the time • toen, indertijd

     she is often behind time with her payments • ze is vaak te laat/achter met haar betalingen

     by the time the police arrived, … • tegen de tijd dat/toen de politie arriveerde, …

     what time is it?, what's the time? • hoe laat is het?

3   move with the times • met zijn tijd meegaan

     time was when Britain ruled the world • eens heerste Engeland over de wereld

     be ahead of one's time • zijn tijd vooruit zijn

     at one time • vroeger, eens

     be behind the times • achterlopen, niet meer van deze tijd zijn

     once upon a time • er was eens

4   have time on one's hands • genoeg/te veel vrije tijd hebben

     there's a time and place for everything • alles op zijn tijd

     bide one's time • afwachten

     〈 informeel〉 any time • altijd, om 't even wanneer

     every time • elke keer, altijd; steeds/telkens (weer)

     many times, many a time • vaak, dikwijls

5   nine times out of ten • bijna altijd, negen op de tien keer

¶ pass the time of day with someone • iemand goedendag zeggen; even met iemand staan praten

     take time by the forelock • de gelegenheid/kans aangrijpen

     get time and a half for working on Saturdays • anderhalf keer betaald krijgen voor werken op zaterdag

     I had the time of my life • ik heb ontzettend genoten

     since time out of mind • sinds onheuglijke tijden

     do time • zitten 〈 in gevangenis〉

     your time is drawing near • jouw tijd is bijna gekomen

     have a time (of it) • het lastig/moeilijk hebben

     I have no time for him • ik mag hem niet, ik heb een hekel aan hem

     last one's time • zijn tijd wel duren

     mark time • 〈 leger〉 pas op de plaats maken; 〈 figuurlijk〉 een afwachtende houding aannemen

     play for time • tijd rekken

     serve one's time • een gevangenisstraf uitzitten

     time will tell • de tijd zal het uitwijzen

     time's up! • het is de hoogste tijd!

     (and) about time too! • (en) het werd ook tijd

     time after time • keer op keer

     at all times • altijd, te allen tijde

     one at a time • één tegelijk

     at the same time • tegelijkertijd; toch, desalniettemin

     at this time of day • in dit late stadium

     at times • soms

     between times • nu en dan

     for the time being • voorlopig

     from time to time • van tijd tot tijd

     in time • op tijd; na verloop van tijd

     on time • op tijd; 〈 Amerikaans-Engels〉 op afbetaling

→ double-quick double-quick/, easy easy/, evil evil/, good good/, hard hard/, heavy heavy/, high high/, own own/, short short/, thin thin/

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉〈 muziek〉

1 maat

2 tempo

♦voorbeelden:

1   beat time • de maat slaan

     keep time • in de maat blijven, de maat houden

     in time • in de maat

     out of time • uit de maat, vals

→ common common/

————————

time²

〈 werkwoord〉

1 vaststellen ⇒ berekenen 〈 tijdstip, tijdsduur〉

2 het juiste moment kiezen voor/om te

3 timen ⇒ klokken

♦voorbeelden:

1   the train is timed to leave at four o'clock • de trein moet om vier uur vertrekken

2   his visit was ill timed • zijn bezoek kwam ongelegen

English-Dutch dictionary > time
3 time

1. noun
1) no pl., no art. Zeit, die

the greatest composer of all time — der größte Komponist aller Zeiten

for all time — für immer [und ewig]

past/present/future time — Vergangenheit, die/Gegenwart, die/Zukunft, die

stand the test of time — die Zeit überdauern; sich bewähren

in [the course of] time, as time goes on/went on — mit der Zeit; im Laufe der Zeit

as old as time — uralt

time will tell or show — die Zukunft wird es zeigen

at this point or moment in time — zum gegenwärtigen Zeitpunkt

time flies — die Zeit vergeht [wie] im Fluge

work against time — unter Zeitdruck arbeiten

in time, with time — (sooner or later) mit der Zeit

2) (interval, available or allotted period) Zeit, die

in a week's/month's/year's time — in einer Woche/in einem Monat/Jahr

there is time for that — dafür ist od. haben wir noch Zeit

it takes me all my time to do it — es beansprucht meine ganze Zeit, es zu tun

give one's time to something — einer Sache (Dat.) seine Zeit opfern

waste of time — Zeitverschwendung, die

spend [most of one's/a lot of] time on something/[in] doing something — [die meiste/viel] Zeit mit etwas zubringen/damit verbringen, etwas zu tun

I have been waiting for some/a long time — ich warte schon seit einiger Zeit/schon lange

she will be there for [quite] some time — sie wird ziemlich lange dort sein

be pressed for time — keine Zeit haben; (have to finish quickly) in Zeitnot sein

pass the time — sich (Dat.) die Zeit vertreiben

length of time — Zeit[dauer], die

make time for somebody/something — sich (Dat.) für jemanden/etwas Zeit nehmen

a short time ago — vor kurzem

that's a long time ago — das ist schon lange her

in one's own time — in seiner Freizeit; (whenever one wishes) wann man will

take one's time [over something] — sich (Dat.) [für etwas] Zeit lassen; (be slow) sich (Dat.) Zeit [mit etwas] lassen

time is money — (prov.) Zeit ist Geld (Spr.)

in [good] time — (not late) rechtzeitig

all the or this time — die ganze Zeit; (without ceasing) ständig

in [less than or next to] no time — innerhalb kürzester Zeit; im Nu od. Handumdrehen

in half the time — in der Hälfte der Zeit

half the time — (coll.): (as often as not) fast immer

it will take [some] time — es wird einige Zeit dauern

have the/no time — Zeit/keine Zeit haben

have no time for somebody/something — für jemanden/etwas ist einem seine Zeit zu schade

there is no time to lose or be lost — es ist keine Zeit zu verlieren

lose no time in doing something — (not delay) etwas unverzüglich tun

do time — (coll.) eine Strafe absitzen (ugs.)

in my time — (heyday) zu meiner Zeit (ugs.); (in the course of my life) im Laufe meines Lebens

in my time — (period at a place) zu meiner Zeit (ugs.)

time off or out — freie Zeit

get/take time off — frei bekommen/sich (Dat.) frei nehmen (ugs.)

Time! — (Boxing) Stop!; Time!; (Brit.): (in pub) Feierabend!

have a lot of time for somebody — (fig.) für jemandem viel übrig haben

3) no pl. (moment or period destined for purpose) Zeit, die

harvest/Christmas time — Ernte-/Weihnachtszeit, die

there is a time and place for everything — alles zu seiner Zeit

now is the time to do it — jetzt ist die richtige Zeit, es zu tun

time for lunch — Zeit zum Mittagessen

it is time to go — es wird Zeit zu gehen

and not before time — und es wurde auch Zeit

when the time comes/came — wenn es so weit ist/als es so weit war

on time — (punctually) pünktlich

ahead of time — zu früh [ankommen]; vorzeitig [fertig werden]

all in good time — alles zu seiner Zeit; see also academic.ru/5926/be">be 2. 1)

4) in sing. or pl. (circumstances) Zeit, die

times are good/bad/have changed — die Zeiten sind gut/schlecht/haben sich verändert

have a good time — Spaß haben (ugs.); sich amüsieren

have a hard time [of it] — eine schwere Zeit durchmachen

5) (associated with events or person[s]) Zeit, die

in time of peace/war — in Friedens-/Kriegszeiten

in Tudor/ancient times — zur Zeit der Tudors/der Antike

in former/modern times — früher/heutzutage

ahead of or before one's/its time — seiner Zeit voraus

at one time — (previously) früher

6) (occasion) Mal, das

for the first time — zum ersten Mal

next time you come — wenn du das nächste Mal kommst

ten/a hundred/a thousand times — zehn- / hundert- / tausendmal

many times — sehr oft

many's the time [that]..., many a time... — viele Male...

at all times — jederzeit

at times — gelegentlich

from time to time — von Zeit zu Zeit

at other times — sonst

at one time or another — irgendwann einmal

at a time like this/that — unter diesen/solchen Umständen

at the or that time — (in the past) damals

at one time, at [one and] the same time — (simultaneously) gleichzeitig

at the same time — (nevertheless) gleichwohl

between times — zwischendurch

time and [time] again, time after time — immer [und immer] wieder

pay somebody £6 a time — jemandem für jedes Mal 6 Pfund zahlen

one at a time — einzeln

two at a time — jeweils zwei

for hours/weeks at a time — stundenlang/wochenlang [ohne Unterbrechung]

7) (point in day etc.) [Uhr]zeit, die

at the same time every morning — jeden Morgen um dieselbe Zeit

what time is it?, what is the time? — wie spät ist es?

have you [got] the time? — kannst du mir sagen, wie spät es ist?

tell the time — (read a clock) die Uhr lesen

time of day — Tageszeit, die

[at this] time of [the] year — [um diese] Jahreszeit

at this time of [the] night — zu dieser Nachtstunde

pass the time of day — (coll.) ein paar Worte wechseln

by this/that time — inzwischen

by the time [that] we arrived — bis wir hinkamen

[by] this time tomorrow — morgen um diese Zeit

keep good time — [Uhr:] genau od. richtig gehen

8) (amount) Zeit, die

make good time — gut vorwärts kommen

[your] time's up! — deine Zeit ist um (ugs.) od. abgelaufen

9) (multiplication) mal

three times four — drei mal vier

four times the size of/higher than something — viermal so groß wie/höher als etwas

10) (Mus.) (duration of note) Zeitdauer, die; (measure) Takt, der

in three-four time — im Dreivierteltakt

keep in time with the music — den Takt halten

out of time/in time — aus dem/im Takt

keep time with something — bei etwas den Takt [ein]halten
2. transitive verb
1) (do at correct time) zeitlich abstimmen

be well/ill timed — zur richtigen/falschen Zeit kommen

2) (set to operate at correct time) justieren (Technik); einstellen

3) (arrange time of arrival/departure of)

the bus is timed to connect with the train — der Bus hat einen direkten Anschluss an den Zug

be timed to take 90 minutes — fahrplanmäßig 90 Minuten dauern

4) (measure time taken by) stoppen

time an egg — auf die richtige Kochdauer für ein Ei achten
•• Cultural note:
Times - The Times

Eine britische überregionale Tageszeitung, deren Pendant am Sonntag The Sunday Times ist. Sie ist eine broadsheet-Zeitung und zählt zur seriösen Presse. Sie ist politisch unabhängig, wird jedoch gemeinhin als konservativ angesehen. Sie ist die älteste Zeitung in England und wurde erstmals 1785 veröffentlicht

* * *
1. noun
1) (the hour of the day: What time is it?; Can your child tell the time yet?) die Zeit

2) (the passage of days, years, events etc: time and space; Time will tell.) die Zeit

3) (a point at which, or period during which, something happens: at the time of his wedding; breakfast-time.)

4) (the quantity of minutes, hours, days etc, eg spent in, or available for, a particular activity etc: This won't take much time to do; I enjoyed the time I spent in Paris; At the end of the exam, the supervisor called `Your time is up!') die Zeit

5) (a suitable moment or period: Now is the time to ask him.) der Zeitpunkt

6) (one of a number occasions: He's been to France four times.) das Mal

7) (a period characterized by a particular quality in a person's life, experience etc: He went through an unhappy time when she died; We had some good times together.) die Zeiten (pl.)

8) (the speed at which a piece of music should be played; tempo: in slow time.) das Tempo
2. verb
1) (to measure the time taken by (a happening, event etc) or by (a person, in doing something): He timed the journey.) Zeit messen von

2) (to choose a particular time for: You timed your arrival beautifully!) den Zeitpunkt wählen

•

- timeless
- timelessly
- timelessness
- timely
- timeliness
- timer
- times
- timing
- time bomb
- time-consuming
- time limit
- time off
- time out
- timetable
- all in good time
- all the time
- at times
- be behind time
- for the time being
- from time to time
- in good time
- in time
- no time at all
- no time
- one
- two at a time
- on time
- save
- waste time
- take one's time
- time and time again
- time and again
* * *

time

[taɪm]

I. NOUN

1. no pl (considered as a whole) Zeit f

\time stood still die Zeit stand still

\time marches [or moves] on die Zeit bleibt nicht stehen

the best player of all \time der bester Spieler aller Zeiten

in the course of \time mit der Zeit

over the course of \time im Lauf[e] der Zeit

to be a matter [or question] of \time eine Frage der Zeit sein

\time is on sb's side die Zeit arbeitet für jdn

as \time goes by [or on] im Lauf[e] der Zeit

to kill \time die Zeit totschlagen

to make \time for sth sich dat die Zeit für etw akk nehmen

\time-tested [alt]bewährt

for all \time für immer [o alle Zeit]

in \time mit der Zeit

over [or with] \time im Lauf[e] der Zeit

2. no pl (period, duration) Zeit f

\time's up ( fam) die Zeit ist um

we spent part of the \time in Florence, and part of the \time in Rome wir verbrachten unsere Zeit teils in Florenz und teils in Rom

you'll forget her, given \time mit der Zeit wirst du sie vergessen

it will take some \time es wird eine Weile dauern

sorry, folks, we're [all] out of \time now AM, AUS ( fam) tut mir leid Leute, aber wir sind schon über der Zeit

I haven't seen one of those in a long \time so etwas habe ich schon lange nicht mehr gesehen

half the \time, he misses class er fehlt die halbe Zeit

the \time is ripe die Zeit ist reif

we talked about old \times wir sprachen über alte Zeiten

breakfast/holiday \time Frühstücks-/Urlaubszeit f

extra \time SPORT Verlängerung f

they played extra \time sie mussten in die Verlängerung

three minutes into extra \time, Ricardo scored the decisive goal nach drei Minuten Verlängerung erzielte Ricardo das entscheidende Tor

free [or spare] \time Freizeit f

future \time Zukunft f

injury \time BRIT SPORT Nachspielzeit f

to have \time on one's hands viel Zeit zur Verfügung haben

at this moment in \time zum gegenwärtigen Zeitpunkt

period of \time Zeitraum m

for a prolonged period of \time über einen längeren Zeitraum

running \time FILM Spielzeit f

past \time Vergangenheit f

present \time Gegenwart f

in one week's \time in einer Woche

in one's own \time in seiner Freizeit

a short \time later kurz darauf

some/a long \time ago vor einiger/langer Zeit

most of the \time meistens

to do sth for a \time etw eine Zeit lang tun

to find [the] \time to do sth Zeit finden, etw zu tun

to gain/lose \time Zeit gewinnen/verlieren

there's no \time to lose [or to be lost] wir dürfen [jetzt] keine Zeit verlieren, es ist höchste Zeit

to give sb a hard \time ( fam) jdm zusetzen

to have the \time of one's life sich akk großartig amüsieren

to have all the \time in the world alle Zeit der Welt haben

to have an easy/hard \time with sth keine Probleme/Probleme mit etw dat haben

to make \time for sb/sth sich dat Zeit für jdn/etw nehmen

to pass the \time sich dat die Zeit vertreiben

to be pressed for \time in Zeitnot sein

to run out of \time nicht genügend Zeit haben

to save \time Zeit sparen

to spend [a lot of] \time [in] doing sth [viel] Zeit damit verbringen, etw zu tun

to take [a long/short] \time [lange/nicht lange] dauern

to take one's \time sich dat Zeit lassen

to take the \time and trouble to do sth sich dat die Mühe machen, etw zu tun

to waste \time Zeit vergeuden [o verschwenden]

to waste sb's \time jds Zeit vergeuden

after a \time nach einer gewissen Zeit

all the [or this] \time die ganze Zeit; (always) immer

for a \time eine Zeit lang

for a long/short \time [für] lange/kurze Zeit

for the \time being vorläufig

leave the ironing for the \time being - I'll do it later lass das Bügeln einst mal - ich mach's später

in no [or next to no] [or less than no] \time [at all] im Nu

3. (pertaining to clocks)

have you got the \time? können Sie mir sagen, wie spät es ist?

what's the \time? [or what \time is it?] wie spät ist es?

excuse me, have you got the \time [on you]? Entschuldigung, haben Sie eine Uhr?

can you already tell the \time? na, kannst du denn schon die Uhr lesen?

oh dear, is that the right \time? oh je, ist es denn wirklich schon so spät/noch so früh?

the \time is 8.30 es ist 8.30 Uhr

to keep bad/good \time watch, clock falsch/richtig gehen

to gain/lose \time watch, clock vor-/nachgehen

4. (specific time or hour) Zeit f

the \time is drawing near when we'll have to make a decision der Zeitpunkt, zu dem wir uns entscheiden müssen, rückt immer näher

he recalled the \time when they had met er erinnerte sich daran, wie sie sich kennengelernt hatten

do you remember the \time Alistair fell into the river? erinnerst du dich noch daran, wie Alistair in den Fluss fiel?

we always have dinner at the same \time wir essen immer um dieselbe Zeit zu Abend

I was exhausted by the \time I got home ich war erschöpft, als ich zu Hause ankam

I'll call you ahead of \time esp AM ich rufe dich noch davor an

at this \time of day/year zu dieser Tages-/Jahreszeit

for this \time of day/year für diese Tages-/Jahreszeit

what are you doing here at this \time of the day [or night]? was machst du um diese Uhrzeit hier?

this \time tomorrow/next month morgen/nächsten Monat um diese Zeit

5. (occasion) Mal nt

the last \time we went to Paris,... das letzte Mal, als wir nach Paris fuhren,...

I'll know better next \time das nächste Mal bin ich schlauer

there are \times when I... es gibt Augenblicke, in denen ich...

sometimes I enjoy doing it, but at other \times I hate it manchmal mache ich es gerne, dann wiederum gibt es Momente, in denen ich es hasse

every [or each] \time jedes Mal

for the first \time zum ersten Mal

some other \time ein andermal

one/two at a \time jeweils eine(r, s)/zwei; persons jeweils einzeln/zu zweit

at \times manchmal

at all \times immer, jederzeit

at any [given] [or [any] one] \time immer, jederzeit

at the \time damals

at the best of \times im besten [o günstigen] Fall[e]

he can't read a map at the best of \times er kann nicht mal unter normalen Umständen eine Karte lesen

at the present [or AM this] \time im Moment

from \time to \time gelegentlich, ab und zu

6. (frequency) Mal nt

the \times I've told you... [or how many \times have I told you...] wie oft habe ich dir schon gesagt...

these shares are selling at 10 \time earnings diese Aktien werden mit einem Kurs-Gewinn-Verhältnis von 10 verkauft

\time and [\time] again immer [und immer] wieder

three/four \times a week/in a row drei/vier Mal in der Woche/hintereinander

three \times champion BRIT, AUS [or AM three \time champion] dreimaliger Meister/dreimalige Meisterin

three \times as much dreimal so viel

for the hundredth/thousandth/umpteenth \time zum hundertsten/tausendsten/x-ten Mal

lots of [or many] \times oft, viele Male

7. no pl (correct moment)

it's \time for bed es ist Zeit, ins Bett zu gehen

the \time has come to... es ist an der Zeit,...

it's \time [that] I was leaving es wird Zeit, dass ich gehe

[and] about \time [too] BRIT, AUS (yet to be accomplished) wird aber auch [langsam] Zeit!; (already accomplished) wurde aber auch [langsam] Zeit!

it's high \time that she was leaving höchste Zeit, dass sie geht!; (already gone) das war aber auch höchste Zeit, dass sie endlich geht!

we finished two weeks ahead of \time wir sind zwei Wochen früher fertig geworden

we arrived in good \time for the start of the match wir sind rechtzeitig zum Spielbeginn angekommen

to do sth dead [or exactly] [or right] on \time ( fam) etw pünktlich machen fam

the bus arrived dead on \time der Bus kam auf die Minute genau

in \time rechtzeitig

on \time pünktlich; (as scheduled) termingerecht

8. often pl (era, lifetime) Zeit f

\times are difficult [or hard] die Zeiten sind hart

at the \time of the Russian Revolution zur Zeit der Russischen Revolution

in Victorian \times im Viktorianischen Zeitalter

she is one of the best writers of modern \times sie ist eine der besten Schriftstellerinnen dieser Tage [o unserer Zeit]

at one \time, George Eliot lived here George Eliot lebte einmal hier

this was before my \time das war vor meiner Zeit

she has grown old before her \time sie ist vorzeitig gealtert

my grandmother has seen a few things in her \time meine Großmutter hat in ihrem Leben einiges gesehen

\time was when you could... es gab Zeiten, da konnte man...

if one had one's \time over again wenn man noch einmal von vorne anfangen könnte

at his \time of life in seinem Alter

the best.... of all \time der/die beste... aller Zeiten

to keep up [or AM change] with the \times mit der Zeit gehen

to be ahead of [or esp BRIT before] one's \time seiner Zeit voraus sein

to be behind the \times seiner Zeit hinterherhinken

from [or since] \time immemorial [or esp BRIT out of mind] seit undenklichen Zeiten

in [or during] former/medieval \times früher/im Mittelalter

in \times gone by früher

in my \time zu meiner Zeit

in our grandparents' \time zu Zeiten unserer Großeltern

in \times past in der Vergangenheit, früher

9. TRANSP (schedule)

arrival/departure \time Ankunfts-/Abfahrtszeit f

10. (hour registration method)

daylight saving \time Sommerzeit f

Greenwich Mean T\time Greenwicher Zeit f

11. SPORT Zeit f

record \time Rekordzeit f

he won the 100 metres in record \time er gewann das 100-Meter-Rennen in einer neuen Rekordzeit

12. (multiplied)

two \times five is ten zwei mal fünf ist zehn

ten \times bigger than... zehnmal so groß wie...

13. no pl MUS Takt m

to be/play out of \time aus dem Takt sein

to beat \time den Rhythmus schlagen

to get out of \time aus dem Takt kommen

to keep \time den Takt halten

in three-four \time im Dreivierteltakt

14. (remunerated work)

part \time Teilzeit f

short \time BRIT Kurzarbeit f

to have \time off frei haben

to take \time off sich dat freinehmen

\time off arbeitsfreie Zeit

to be paid double \time den doppelten Stundensatz [o 100% Zuschlag] bezahlt bekommen

to work [or be on] short \time BRIT kurzarbeiten

15. BRIT (end of pub hours)

“\time [please]!” „Feierabend!“ (wenn ein Pub abends schließt)

16. ([not] like)

to not give sb the \time of day jdn ignorieren

to not have much \time for sb jdn nicht mögen

to have a lot of \time for sb großen Respekt vor jdm haben

17.

▶ \times are changing die Zeiten ändern sich

▶ to do [or serve] \time ( fam) sitzen fig fam

▶ \time is of the essence die Zeit drängt

▶ \time flies [when you're having fun] ( saying) wie die Zeit vergeht!

▶ all good things in all good \time alles zu seiner Zeit

▶ \time is a great healer, \time heals all wounds ( prov) die Zeit heilt alle Wunden prov

▶ \time hangs heavy die Zeit steht still

▶ \time is money ( prov) Zeit ist Geld prov

▶ to know the \time of the day sich akk auskennen

▶ \time moves on [or passes] die Zeit rast

▶ there's a \time and a place [for everything] ( prov) alles zu seiner Zeit

▶ there's no \time like the present ( saying) was du heute kannst besorgen, das verschiebe nicht auf morgen prov

▶ [only] \time can [or will] tell ( saying) erst die Zukunft wird es zeigen

▶ \time and tide wait for no man [or no one] ( prov) man muss die Gelegenheit beim Schopf[e] packen

▶ a week is a long \time in politics ( saying) eine Woche ist lang in der Politik

II. TRANSITIVE VERB

1. (measure duration)

▪ to \time sb over 100 metres jds Zeit beim 100-Meter-Lauf nehmen

the winning team was \timed at 5 minutes 26 seconds die Siegermannschaft wurde mit 5 Minuten und 26 Sekunden gestoppt

to \time an egg darauf achten, dass man fürs Eierkochen die richtige Zeit einhält

2. (choose best moment for)

▪ to \time sth für etw akk den richtigen Zeitpunkt wählen

to be ill/well \timed zum genau falschen/richtigen Zeitpunkt kommen

3. (arrange when sth should happen)

▪ to \time sth to... etw so planen, dass...

we \timed our trip to coincide with her wedding wir legten unsere Reise so, dass sie mit ihrer Hochzeit zusammenfiel

to \time a bomb to explode at... eine Bombe so einstellen, dass sie um... explodiert

* * *
[taɪm]
1. NOUN

1) Zeit f

how time flies! — wie die Zeit vergeht!

only time will tell whether... — es muss sich erst herausstellen, ob...

it takes time to do that — das erfordert or braucht (seine) Zeit

to take (one's) time (over sth) — sich (dat) (bei etw) Zeit lassen

it took me all my time to finish — ich bin gerade noch fertig geworden

in (the course of) time — mit der Zeit

in ( next to or less than) no time — im Nu, im Handumdrehen

at this ( present) point or moment in time — zu diesem or zum gegenwärtigen Zeitpunkt

to have a lot of/no time for sb/sth — viel/keine Zeit für jdn/etw haben; ( fig

to find time (for sb/sth) — Zeit (für jdn/etw) finden

to make time (for sb/sth) — sich (dat) Zeit (für jdn/etw) nehmen

time is on our side — die Zeit arbeitet für uns

he lost no time in telling her —

there is no time to lose — es gibt keine Zeit (mehr) zu verlieren

my time is my own — ich kann frei über meine Zeit verfügen

in or given time — mit der Zeit

in one's own/the company's time — in or während der Freizeit/Arbeitszeit

don't rush, do it in your own time — nur keine Hast, tun Sie es, wie Sie es können

time is money (prov) — Zeit ist Geld (prov)

time and tide wait for no man (Prov) — das Rad der Zeit hält niemand auf (Prov)

for some time past — seit einiger Zeit

I don't know what she's saying half the time (inf) — meistens verstehe ich gar nicht, was sie sagt

in two weeks' time — in zwei Wochen

for a time — eine Zeit lang

not before time (Brit) — das wurde auch (langsam) Zeit

to do time ( inf, in prison ) — sitzen (inf)

I get them mixed up all the time I knew that all the time — ich verwechsle sie immer das wusste ich die ganze Zeit

to be in good time — rechtzeitig dran sein

let me know in good time — sagen Sie mir rechtzeitig Bescheid

all in good time — alles zu seiner Zeit

he'll let you know in his own good time — er wird Ihnen Bescheid sagen, wenn er so weit ist

he does everything in his own good time — er lässt sich bei nichts hetzen

(for) a long time — lange

I'm going away for a long time — ich fahre für or auf längere Zeit weg

it's a long time ( since...) — es ist schon lange her(, seit...)

what a (long) time you have been! — du hast( aber) lange gebraucht!

(for) a short time — kurz

a short time later — kurz darauf

a short time ago — vor Kurzem

in a short time they were all gone — nach kurzer Zeit waren alle gegangen

to have time on one's hands —

too many people who have time on their hands — zu viele Leute, die zu viel freie Zeit haben

having time on my hands I went into a café — da ich (noch) Zeit hatte, ging ich ins Café

2)

by clock what time is it?, what's the time? — wie spät ist es?, wie viel Uhr ist es?

what time do you make it? — wie spät haben Sies?

my watch keeps good time — meine Uhr geht genau

the time is 2.30 — es ist 2.30 Uhr, die Zeit: 2.30 Uhr

it's 2 o'clock local time — es ist 2.00 Uhr Ortszeit

what was his time? (in race) — welche Zeit hatte er?

the winning time was... — die Zeit des Siegers war...

it's time (for me/us etc) to go, it's time I was/we were etc going, it's time I/we etc went — es wird Zeit, dass ich gehe/wir gehen etc

it's time for tea — es ist Teezeit

time gentlemen please! — Feierabend! (inf), bitte, trinken Sie aus, wir schließen gleich

to pass the time of day (with sb) — (mit jdm) über Belanglosigkeiten reden

I wouldn't even give him the time of day — ich würde ihm nicht einmal guten or Guten Tag sagen __diams; to tell the time (person) die Uhr kennen; (instrument) die Uhrzeit anzeigen

can you tell the time? — kennst du die Uhr? __diams; to make good time gut or schnell vorankommen

if we get to Birmingham by 3 we'll be making good time — wenn wir um 3 Uhr in Birmingham sind, sind wir ziemlich schnell

it's about time he was here (he has arrived) — es wird (aber) auch Zeit, dass er kommt; (he has not arrived) es wird langsam Zeit, dass er kommt

(and) about time too! — das wird aber auch Zeit! __diams; ahead of time zu früh

we are ahead of time — wir sind früh dran __diams; behind time zu spät

we are behind time — wir sind spät dran

at any time during the day — zu jeder Tageszeit

not at this time of night! — nicht zu dieser nachtschlafenden Zeit or Stunde!

at one time — früher, einmal

at any time — jederzeit

come (at) any time — du kannst jederzeit kommen

at no time — niemals

at the same time (lit) — gleichzeitig

they arrived at the same time as us — sie kamen zur gleichen Zeit an wie wir

but at the same time, you must admit that... — aber andererseits müssen Sie zugeben, dass...

it was hard, but at the same time you could have tried — es war schwierig, aber Sie hätten es trotzdem versuchen können __diams; in/on time rechtzeitig

to be in time for sth — rechtzeitig zu etw kommen

on time — pünktlich

the trains are on time — die Züge fahren pünktlich

the trains are running to time — die Züge fahren pünktlich

3) = moment, season Zeit f

there's a time and a place for everything — alles zu seiner Zeit

this is hardly the time or the place to... — dies ist wohl kaum die rechte Zeit oder der rechte Ort, um...

this is no time for quarrelling or to quarrel — jetzt ist nicht die Zeit, sich zu streiten

well, this is a fine time to tell me that (iro) — Sie haben sich (dat) wahrhaftig eine gute Zeit ausgesucht, um mir das zu sagen

there are times when... — es gibt Augenblicke, wo or da (geh)...

at the or that time — damals, zu der Zeit, seinerzeit

at this (particular) time, at the present time — zurzeit

sometimes..., (at) other times... —

from that time on since that time — von der Zeit an, von da an seit der Zeit

this time last year/week — letztes Jahr/letzte Woche um diese Zeit

to choose or pick one's time — sich (dat) einen günstigen Zeitpunkt aussuchen

to die before one's time — zu früh sterben

my time is ( almost) up — meine or die Zeit ist (gleich) um

the time has come (to do sth) — es ist an der Zeit(, etw zu tun)

the time has come for us to leave — es ist Zeit für uns zu gehen

when the time comes — wenn es so weit ist

when her time comes (of pregnant woman) — wenn es (mit dem Baby) so weit ist

when the time comes for you to be the leader — wenn Sie an der Reihe sind, die Führung zu übernehmen __diams; at + times manchmal

at all times — jederzeit, immer

at various times in the past — schon verschiedene Male or verschiedentlich __diams; between times (inf) zwischendurch

by the time it had finished — als es zu Ende war

by the time we arrive, there's not going to be anything left — bis wir ankommen, ist nichts mehr übrig

by that time we knew — da or inzwischen wussten wir es

by that time we'll know — dann or bis dahin wissen wir es __diams; by this time inzwischen

by this time next year/tomorrow — nächstes Jahr/morgen um diese Zeit __diams; from time to time, (US) time to time dann und wann, von Zeit zu Zeit

until such time as... — so lange bis...

until such time as you apologize — solange du dich nicht entschuldigst, bis du dich entschuldigst

this time of the day/year — diese Tages-/Jahreszeit

at this time of the week/month — zu diesem Zeitpunkt der Woche/des Monats

now's the time to do it —

now's my/your etc time to do it — jetzt habe ich/hast du etc Gelegenheit, es zu tun

4)

= occasion this time — diesmal, dieses Mal

every or each time... — jedes Mal, wenn...

many a time, many times — viele Male

many's the time I have heard him say... — ich habe ihn schon oft sagen hören...

for the last time — zum letzten Mal

and he's not very bright at the best of times — und er ist ohnehin or sowieso nicht sehr intelligent

the time before — das letzte or vorige Mal

the time before last — das vorletzte Mal

time and (time) again, time after time — immer wieder, wieder und wieder (geh)

I've told you a dozen times... — ich habe dir schon x-mal gesagt...

nine times out of ten... — neun von zehn Malen...

she comes three times a week — sie kommt dreimal pro Woche or in der Woche

they came in one/three etc at a time — sie kamen einzeln/immer zu dritt etc herein

four at a time — vier auf einmal

for weeks at a time — wochenlang __diams; a time

he pays me £10 a time — er zahlt mir jedes Mal £ 10

rides on the roundabout cost £2 a time — eine Fahrt auf dem Karussell kostet £ 2 __diams; (the) next time

(the) next time I see you — wenn ich dich nächstes Mal or das nächste Mal sehe

(the) last time he was here — letztes Mal or das letzte Mal, als er hier war

5) MATH

2 times 3 is 6 — 2 mal 3 ist 6

it was ten times as big as or ten times the size of... —

our profits are rising four times faster than our competitors' — unsere Gewinne steigen viermal so schnell wie die unserer Konkurrenten

6)

= rate Sunday is (paid) double time/time and a half — sonntags gibt es 100%/50% Zuschlag

7) = era Zeit f

this is the greatest problem of our time — das ist das größte Problem unserer Zeit

in my time — zu meiner Zeit

it happened before my time — das war vor meiner Zeit

of all time — aller Zeiten

time was when... — es gab Zeiten, da...

he is ahead of his time or before his time — er ist seiner Zeit (weit) voraus

in Victorian times — im Viktorianischen Zeitalter

in olden times — in alten Zeiten

times are hard — die Zeiten sind hart or schwer

when times are hard —

times change — die Zeiten ändern sich

times are changing — es kommen andere Zeiten

times are changing for the better/worse — es kommen bessere/schlechtere Zeiten

times have changed for the better/worse — die Zeiten haben sich gebessert/verschlechtert

to be behind the times — rückständig sein, hinter dem Mond leben (inf)

to keep up with the times — mit der Zeit gehen

8)

= experience to have the time of one's life — eine herrliche Zeit verbringen, sich glänzend amüsieren

what a time we had or that was! —

what times we had!, what times they were! — das waren (noch) Zeiten!

to have an easy/a hard time — es leicht/schwer haben

we had an easy/a hard time getting to the finals — es war leicht für uns/wir hatten Schwierigkeiten, in die Endrunde zu kommen

was it difficult? – no, we had an easy time (of it) —

he didn't have an easy time of it in the operating theatre — er war im Operationssaal schlimm dran

to have a bad/rough time — viel mitmachen

to give sb a bad/rough etc time (of it) — jdm das Leben schwer machen

we had such a bad time with the travel agency —

the goalkeeper had a rough time — der Torwart hatte schwer zu kämpfen

we had a good time — es war (sehr) schön, es hat uns (dat)

he doesn't look as though he's having a good time — es scheint ihm hier nicht besonders gut zu gefallen

have a good time! — viel Vergnügen or Spaß!

to show sb a good time — jdn ausführen

she'll give you a good time for £30 — bei ihr kannst du dich für £ 30 amüsieren

9) = rhythm Takt m

(to be) in time (with) — im Takt (sein) (mit)

(to be) out of time — aus dem Takt (sein)

you're singing out of time (with the others) — du singst nicht im Takt (mit den anderen)

3/4 time — Dreivierteltakt m

2. TRANSITIVE VERB

1)

= choose time of to time sth perfectly — genau den richtigen Zeitpunkt für etw wählen

you must learn to time your requests a little more tactfully — du musst lernen, deine Forderungen zu einem geeigneteren Zeitpunkt vorzubringen

he timed his arrival to coincide with... —

you timed that well — du hast dir den richtigen Zeitpunkt (dafür) ausgesucht

the bomb is timed to explode at... — die Bombe ist so eingestellt, dass sie um... explodiert

2) = measure time of with stopwatch stoppen; speed messen

to time sb (over 1000 metres) — jdn (auf 1000 Meter) stoppen, jds Zeit (auf or über 1000 Meter) nehmen

time how long it takes you, time yourself — sieh auf die Uhr, wie lange du brauchst; (with stopwatch) stopp, wie lange du brauchst

to time an egg — auf die Uhr sehen, wenn man ein Ei kocht

a computer that times its operator — ein Computer, der die Zeit misst, die sein Operator braucht

* * *

time [taım]

A s

1. Zeit f:

time past, present, and to come Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft;

for all time für alle Zeiten;

as time went on im Laufe der Zeit;

time will show die Zeit wird es lehren;

Father Time die Zeit (personifiziert);

(as) old as time uralt;

time is money (Sprichwort) Zeit ist Geld

2. (endliche oder irdische) Zeit (Ggs Ewigkeit)

3. ASTRON Zeit f:

astronomical time

4. Zeit f, Uhr(zeit) f:

what’s the time?, what time is it? wie viel Uhr ist es?, wie spät ist es?;

what time? um wie viel Uhr?;

the time is half past three es ist jetzt halb vier;

at this time of day

a) zu dieser (späten) Tageszeit, zu so später Stunde,

b) fig so spät, in diesem späten Stadium;

can you tell me the time of day?, have you got the time? können Sie mir sagen, wie spät es ist?;

pass the time of day

a) sich Gesellschaft leisten,

b) (kurz) miteinander plaudern;

pass the time of day with sb

a) jemandem Gesellschaft leisten,

b) (kurz) mit jemandem plaudern;

know the time of day umg wissen, was es geschlagen hat;

so that’s the time of day! umg so stehts also!;

some time about noon etwa um Mittag;

this time tomorrow morgen um diese Zeit;

this time twelve months heute übers Jahr;

keep good time richtig oder genau gehen (Uhr)

5. Zeit(dauer) f, Zeitabschnitt m, ( auch PHYS Fall- etc) Dauer f, WIRTSCH auch Arbeitszeit f (im Herstellungsprozess etc):

a long time lange Zeit;

that was a long time ago das ist schon lange her;

some time longer noch einige Zeit;

be a long time in doing sth lange (Zeit) dazu brauchen, etwas zu tun;

long time no hear (see) umg wir haben ja schon seit einer Ewigkeit nichts mehr voneinander gehört (wir haben uns ja schon seit einer Ewigkeit nicht mehr gesehen);

time of a draft WIRTSCH Laufzeit f eines Wechsels;

in times of war in Kriegszeiten; → all A 1, hard A 10, no¹ C 1, probation 3

6. Zeit(punkt) f(m):

time of arrival Ankunftszeit;

an unfortunate time ein unglücklicher Zeitpunkt;

at the time

a) zu dieser Zeit, damals,

b) gerade;

at the present time derzeit, gegenwärtig;

at the same time

a) gleichzeitig, zur selben Zeit,

b) trotzdem;

at that time zu der Zeit;

at this time of the year zu dieser Jahreszeit;

at one time einst, früher (einmal);

at some time irgendwann (einmal);

for the time für den Augenblick;

for the time being

a) vorläufig, fürs Erste,

b) unter den gegenwärtigen Umständen;

in three weeks’ time in oder binnen drei Wochen; → about A 2, departure 2

7. meist pl Zeit(alter) f(n), Zeiten pl, Epoche f:

at ( oder in) the time of Queen Anne zur Zeit der Königin Anna;

in our time in unserer Zeit;

she was a legend in her own time sie war schon zu Lebzeiten eine Legende;

other times, other manners (Sprichwort) andere Zeiten, andere Sitten; → old A 4

8. pl Zeiten pl, Zeitverhältnisse pl

9. the times pl die Zeit: → move B 2

10. Frist f, (zugemessene) Zeit:

time of delivery WIRTSCH Lieferfrist, -zeit;

time for payment Zahlungsfrist;

ask time WIRTSCH um Frist(verlängerung) bitten;

you must give me time Sie müssen mir Zeit geben oder lassen

11. (verfügbare) Zeit:

buy a little time etwas Zeit schinden, eine kleine Galgenfrist gewinnen;

I can never call my time my own ich kann nie frei über meine Zeit verfügen;

have no time keine Zeit haben;

have no time for sb fig nichts übrighaben für jemanden;

have all the time in the world umg jede Menge Zeit haben;

take (the) time sich die Zeit nehmen ( to do zu tun);

take one’s time sich Zeit lassen;

take your time auch es eilt nicht, überleg es dir in aller Ruhe;

time is up! die Zeit ist um oder abgelaufen!; → forelock¹

12. ( oft schöne) Zeit, Erlebnis n:

have the time of one’s life

a) sich großartig amüsieren,

b) leben wie ein Fürst

13. unangenehme Zeit, Unannehmlichkeit f

14. (Zeit-)Lohn m, besonders Stundenlohn m

15. umg (Zeit f im) Knast m:

do time (im Gefängnis) sitzen ( for wegen)

16. Lehrzeit f, -jahre pl

17. (bestimmte oder passende) Zeit:

the time has come for sth to happen es ist an der Zeit, dass etwas geschieht;

there is a time for everything, all in good time alles zu seiner Zeit;

it’s time for bed es ist Zeit, ins oder zu Bett zu gehen;

it’s time for breakfast es ist Zeit zum Frühstück(en); → high time

18. a) (natürliche oder normale) Zeit

b) (Lebens)Zeit f:

time of life Alter n;

his time is drawing near seine Zeit ist gekommen, sein Tod naht heran;

the time was not yet die Zeit war noch nicht gekommen

19. a) Schwangerschaft f

b) Niederkunft f:

she is far on in her time sie ist hochschwanger;

she is near her time sie steht kurz vor der Entbindung

20. (günstige) Zeit:

now is the time jetzt ist die passende Gelegenheit, jetzt gilt es ( beide:

to do zu tun);

at such times bei solchen Gelegenheiten

21. Mal n:

the first time das erste Mal;

for the first time zum ersten Mal;

each time that … jedes Mal, wenn …;

time and again, time after time immer wieder;

at some other time, another time ein andermal;

at a time auf einmal, zusammen, zugleich, jeweils;

one at a time einzeln, immer eine(r, s);

two at a time zu zweit, paarweise, jeweils zwei; → every Bes Redew, lucky 1

22. pl mal, …mal:

three times four is twelve drei mal vier ist zwölf;

twenty times zwanzigmal;

three times the population of Coventry dreimal so viele Einwohner wie Coventry;

four times the size of yours viermal so groß wie deines;

six times the amount die sechsfache Menge;

several times mehrmals

23. besonders SPORT (erzielte, gestoppte) Zeit:

the winner’s time is 2.50 minutes

24. Einheit f der Zeit (im Drama)

25. LIT metrische Einheit, besonders Mora f (kleinste metrische Einheit im Verstakt)

26. Tempo n, Zeitmaß n

27. MUS

a) → time value

b) Tempo n, Zeitmaß n

c) Rhythmus m, Takt(bewegung) m(f)

d) Takt (-art f) m:

time variation Tempoveränderung f;

in time to the music im Takt zur Musik;

beat (keep) time den Takt schlagen (halten)

28. MIL Marschtempo n, Schritt m: → mark¹ B 1

B v/t

1. (mit der Uhr) messen, (ab-)stoppen, die Zeit messen von (oder gen)

2. timen ( auch SPORT), die Zeit oder den richtigen Zeitpunkt wählen oder bestimmen für, zur rechten Zeit tun

3. zeitlich abstimmen

4. die Zeit festsetzen für, (zeitlich) legen:

the train is timed to leave at 7 der Zug soll um 7 abfahren;

he timed the test at 30 minutes er setzte für den Test 30 Minuten an

5. eine Uhr richten, stellen:

the alarm clock is timed to ring at six der Wecker ist auf sechs gestellt

6. zeitlich regeln (to nach), TECH den Zündpunkt etc einstellen, (elektronisch etc) steuern

7. das Tempo oder den Takt angeben für

C v/i

1. Takt halten

2. zeitlich zusammen- oder übereinstimmen ( with mit)Besondere Redewendungen: against time gegen die Zeit oder Uhr, mit größter Eile;

be ahead of time zu früh (daran) sein;

be (well) ahead of ( oder in advance of) one’s time seiner Zeit (weit) voraus sein;

be behind time zu spät daran sein, Verspätung haben;

be 10 minutes behind time 10 Minuten Verspätung haben;

be behind one’s time rückständig sein;

between times in den Zwischenzeiten;

five minutes from time SPORT fünf Minuten vor Schluss;

from time to time von Zeit zu Zeit;

in time

a) rechtzeitig ( to do um zu tun),

b) mit der Zeit,

c) im (richtigen) Takt in time of in Zeiten von (od gen);

on time

a) pünktlich,

b) bes US für eine (bestimmte) Zeit,

c) WIRTSCH US auf Zeit, besonders auf Raten out of time

a) zur Unzeit, unzeitig,

b) vorzeitig,

c) zu spät,

d) aus dem Takt oder Schritt till such time as … so lange, bis …;

with time mit der Zeit;

time was, when … die Zeit ist vorüber, als …;

time has been when … es gab eine Zeit, da …; → any A 2, no¹ C 1

t. abk

1. teaspoon (teaspoonful) TL

2. temperature

3. tempore, in the time of

4. LING tense

5. time

6. ton ( tons pl) t

7. LING transitive

T. abk

1. teaspoon (teaspoonful) TL

2. territory

3. Thursday Do.

4. time

5. Tuesday Di.

* * *
1. noun
1) no pl., no art. Zeit, die

the greatest composer of all time — der größte Komponist aller Zeiten

for all time — für immer [und ewig]

past/present/future time — Vergangenheit, die/Gegenwart, die/Zukunft, die

stand the test of time — die Zeit überdauern; sich bewähren

in [the course of] time, as time goes on/went on — mit der Zeit; im Laufe der Zeit

as old as time — uralt

time will tell or show — die Zukunft wird es zeigen

at this point or moment in time — zum gegenwärtigen Zeitpunkt

time flies — die Zeit vergeht [wie] im Fluge

work against time — unter Zeitdruck arbeiten

in time, with time — (sooner or later) mit der Zeit

2) (interval, available or allotted period) Zeit, die

in a week's/month's/year's time — in einer Woche/in einem Monat/Jahr

there is time for that — dafür ist od. haben wir noch Zeit

it takes me all my time to do it — es beansprucht meine ganze Zeit, es zu tun

give one's time to something — einer Sache (Dat.) seine Zeit opfern

waste of time — Zeitverschwendung, die

spend [most of one's/a lot of] time on something/[in] doing something — [die meiste/viel] Zeit mit etwas zubringen/damit verbringen, etwas zu tun

I have been waiting for some/a long time — ich warte schon seit einiger Zeit/schon lange

she will be there for [quite] some time — sie wird ziemlich lange dort sein

be pressed for time — keine Zeit haben; (have to finish quickly) in Zeitnot sein

pass the time — sich (Dat.) die Zeit vertreiben

length of time — Zeit[dauer], die

make time for somebody/something — sich (Dat.) für jemanden/etwas Zeit nehmen

a short time ago — vor kurzem

that's a long time ago — das ist schon lange her

in one's own time — in seiner Freizeit; (whenever one wishes) wann man will

take one's time [over something] — sich (Dat.) [für etwas] Zeit lassen; (be slow) sich (Dat.) Zeit [mit etwas] lassen

time is money — (prov.) Zeit ist Geld (Spr.)

in [good] time — (not late) rechtzeitig

all the or this time — die ganze Zeit; (without ceasing) ständig

in [less than or next to] no time — innerhalb kürzester Zeit; im Nu od. Handumdrehen

in half the time — in der Hälfte der Zeit

half the time — (coll.): (as often as not) fast immer

it will take [some] time — es wird einige Zeit dauern

have the/no time — Zeit/keine Zeit haben

have no time for somebody/something — für jemanden/etwas ist einem seine Zeit zu schade

there is no time to lose or be lost — es ist keine Zeit zu verlieren

lose no time in doing something — (not delay) etwas unverzüglich tun

do time — (coll.) eine Strafe absitzen (ugs.)

in my time — (heyday) zu meiner Zeit (ugs.); (in the course of my life) im Laufe meines Lebens

in my time — (period at a place) zu meiner Zeit (ugs.)

time off or out — freie Zeit

get/take time off — frei bekommen/sich (Dat.) frei nehmen (ugs.)

Time! — (Boxing) Stop!; Time!; (Brit.): (in pub) Feierabend!

have a lot of time for somebody — (fig.) für jemandem viel übrig haben

3) no pl. (moment or period destined for purpose) Zeit, die

harvest/Christmas time — Ernte-/Weihnachtszeit, die

there is a time and place for everything — alles zu seiner Zeit

now is the time to do it — jetzt ist die richtige Zeit, es zu tun

time for lunch — Zeit zum Mittagessen

it is time to go — es wird Zeit zu gehen

and not before time — und es wurde auch Zeit

when the time comes/came — wenn es so weit ist/als es so weit war

on time — (punctually) pünktlich

ahead of time — zu früh [ankommen]; vorzeitig [fertig werden]

all in good time — alles zu seiner Zeit; see also be 2. 1)

4) in sing. or pl. (circumstances) Zeit, die

times are good/bad/have changed — die Zeiten sind gut/schlecht/haben sich verändert

have a good time — Spaß haben (ugs.); sich amüsieren

have a hard time [of it] — eine schwere Zeit durchmachen

5) (associated with events or person[s]) Zeit, die

in time of peace/war — in Friedens-/Kriegszeiten

in Tudor/ancient times — zur Zeit der Tudors/der Antike

in former/modern times — früher/heutzutage

ahead of or before one's/its time — seiner Zeit voraus

at one time — (previously) früher

6) (occasion) Mal, das

for the first time — zum ersten Mal

next time you come — wenn du das nächste Mal kommst

ten/a hundred/a thousand times — zehn- / hundert- / tausendmal

many times — sehr oft

many's the time [that]..., many a time... — viele Male...

at all times — jederzeit

at times — gelegentlich

from time to time — von Zeit zu Zeit

at other times — sonst

at one time or another — irgendwann einmal

at a time like this/that — unter diesen/solchen Umständen

at the or that time — (in the past) damals

at one time, at [one and] the same time — (simultaneously) gleichzeitig

at the same time — (nevertheless) gleichwohl

between times — zwischendurch

time and [time] again, time after time — immer [und immer] wieder

pay somebody £6 a time — jemandem für jedes Mal 6 Pfund zahlen

one at a time — einzeln

two at a time — jeweils zwei

for hours/weeks at a time — stundenlang/wochenlang [ohne Unterbrechung]

7) (point in day etc.) [Uhr]zeit, die

at the same time every morning — jeden Morgen um dieselbe Zeit

what time is it?, what is the time? — wie spät ist es?

have you [got] the time? — kannst du mir sagen, wie spät es ist?

tell the time — (read a clock) die Uhr lesen

time of day — Tageszeit, die

[at this] time of [the] year — [um diese] Jahreszeit

at this time of [the] night — zu dieser Nachtstunde

pass the time of day — (coll.) ein paar Worte wechseln

by this/that time — inzwischen

by the time [that] we arrived — bis wir hinkamen

[by] this time tomorrow — morgen um diese Zeit

keep good time — [Uhr:] genau od. richtig gehen

8) (amount) Zeit, die

make good time — gut vorwärts kommen

[your] time's up! — deine Zeit ist um (ugs.) od. abgelaufen

9) (multiplication) mal

three times four — drei mal vier

four times the size of/higher than something — viermal so groß wie/höher als etwas

10) (Mus.) (duration of note) Zeitdauer, die; (measure) Takt, der

in three-four time — im Dreivierteltakt

keep in time with the music — den Takt halten

out of time/in time — aus dem/im Takt

keep time with something — bei etwas den Takt [ein]halten
2. transitive verb
1) (do at correct time) zeitlich abstimmen

be well/ill timed — zur richtigen/falschen Zeit kommen

2) (set to operate at correct time) justieren (Technik); einstellen

3) (arrange time of arrival/departure of)

the bus is timed to connect with the train — der Bus hat einen direkten Anschluss an den Zug

be timed to take 90 minutes — fahrplanmäßig 90 Minuten dauern

4) (measure time taken by) stoppen

time an egg — auf die richtige Kochdauer für ein Ei achten
•• Cultural note:
Times - The Times

Eine britische überregionale Tageszeitung, deren Pendant am Sonntag The Sunday Times ist. Sie ist eine broadsheet-Zeitung und zählt zur seriösen Presse. Sie ist politisch unabhängig, wird jedoch gemeinhin als konservativ angesehen. Sie ist die älteste Zeitung in England und wurde erstmals 1785 veröffentlicht

* * *

adj.

zeitlich adj. n.

Tempo -s n.

Zeit -en f.

English-german dictionary > time
4 time

1. noun
1) (the hour of the day: What time is it?; Can your child tell the time yet?) hora

2) (the passage of days, years, events etc: time and space; Time will tell.) tiempo

3) (a point at which, or period during which, something happens: at the time of his wedding; breakfast-time.) momento; hora

4) (the quantity of minutes, hours, days etc, eg spent in, or available for, a particular activity etc: This won't take much time to do; I enjoyed the time I spent in Paris; At the end of the exam, the supervisor called `Your time is up!') tiempo

5) (a suitable moment or period: Now is the time to ask him.) momento

6) (one of a number occasions: He's been to France four times.) vez

7) (a period characterized by a particular quality in a person's life, experience etc: He went through an unhappy time when she died; We had some good times together.) época, período; momentos

8) (the speed at which a piece of music should be played; tempo: in slow time.) tempo

2. verb
1) (to measure the time taken by (a happening, event etc) or by (a person, in doing something): He timed the journey.) cronometrar

2) (to choose a particular time for: You timed your arrival beautifully!) escoger el momento de/para

•

- timeless
- timelessly
- timelessness
- timely
- timeliness
- timer
- times
- timing
- time bomb
- time-consuming
- time limit
- time off
- time out
- timetable
- all in good time
- all the time
- at times
- be behind time
- for the time being
- from time to time
- in good time
- in time
- no time at all
- no time
- one
- two at a time
- on time
- save
- waste time
- take one's time
- time and time again
- time and again

time¹ n

1. tiempo

what do you do in your free time? ¿qué haces en tu tiempo libre?

I haven't got time no tengo tiempo

2. vez

how many times have you been to Italy? ¿cuántas veces has estado en Italia?

take the tablets three times a day toma las pastillas tres veces al día

3. hora

what time is it? ¿qué hora es?

all the time todo el tiempo / constantemente

at times a veces

for the time being por el momento / de momento

from time to time de vez en cuando

it's time... es hora de que...

it's time you went to bed es hora de que te vayas a la cama

just in time justo a tiempo

on time a la hora

to have a good time pasarlo bien

to take your time tomarte el tiempo necesario

to tell the time decir la hora

time² vb calcular el tiempo / cronometrar

we timed the journey calculamos cuánto tiempo duró el viaje

El gerundio de time se escribe timing

time

tr[taɪm]

noun

1 (period) tiempo

■ I haven't got time to finish this no tengo tiempo para acabar esto

■ time flies when you're enjoying yourself el tiempo vuela cuando uno se lo pasa bien

■ what a waste of time qué pérdida de tiempo

■ in an hour's time dentro de una hora

2 (short period) rato

■ we spoke for a time hablamos durante un rato

■ you've been a long time has tardado mucho

3 (of day) hora

■ it's time to go es (la) hora de marchar

■ what time is it? qué hora es?

■ this time next week, we'll be on the beach la semana que viene a esta hora, estaremos en la playa

■ by the time he gets here, it'll be time to go home cuando llegue él, será la hora de volver a casa

4 (age, period, season) época

■ it's warm for the time of year hace bastante calor para la época del año

■ in Victorian times en la época victoriana

■ these are hard times son tiempos difíciles

5 (occasion) vez nombre femenino

■ how many times have you been to London? ¿cuántas veces has estado en Londres?

■ the last time I saw her,... la última vez que la vi,...

■ we left at the same time salimos a la vez

6 (suitable moment) momento

■ this is not really the time to talk about that no es el momento de hablar de eso

7 SMALLMUSIC/SMALL compás nombre masculino

■ you're out of time has perdido el compás

8 SMALLBRITISH ENGLISH/SMALL la hora de cerrar

■ time now please! ¡hora de cerrar!

9 familiar (imprisonment) condena

■ he did time for robbery when he was young cumplió una condena por robo cuando era joven

transitive verb

1 (measure time) medir la duración de, calcular; (races, etc) cronometrar

■ he timed his journey to work calculó cuánto tarda en llegar al trabajo

2 (schedule) estar previsto,-a

■ the plane is timed to arrive at 12 o'clock el avión tiene su llegada prevista para las doce horas

■ the bomb was timed to explode during the parade la bomba estaba preparada para explotar durante el desfile

■ you timed that well - I've just made some tea has llegado en el momento justo - acabo de hacer té

plural noun times

1 veces nombre femenino plural

■ 4 times 5 is 20 4 por 5 son 20, 4 veces 5 son 20

■ it's three times more expensive than last year es tres veces más caro que el año pasado

\

SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL

(and) about time ya era hora

all the time todo el rato, todo el tiempo

at all times siempre

at any time en cualquier momento

at no time nunca

at one time en un tiempo

at the same time al mismo tiempo

at the time / at that time entonces

at times a veces

behind the times anticuado,-a

behind time tarde

for the time being de momento

from time to time de vez en cuando

in no time (at all) en seguida

in time (in the long run) con el tiempo 2 (not late) a tiempo

in time to the music al compás de la música

many a time a menudo

not to give somebody the time of day no darle a alguien ni la hora

on time puntual

one/two/three at a time de uno en uno/de dos en dos/de tres en tres

time after time una y otra vez

time's up se acabó el tiempo, ya es la hora

to beat time marcar el compás

to be ahead of one's time adelantarse a su época

to be badly/well timed (remark) ser inoportuno,-a/oportuno,-a

to give somebody a hard time ponérselo difícil a alguien, hacérselo pasar mal a alguien

to have a bad time pasarlas negras

to have a good time pasarlo bien

to have a lot of time for somebody caerle bien alguien a uno

to have no time for somebody/something no soportar a alguien/algo, no tener tiempo para alguien/algo

to keep time (to music) seguir el compás 2 (watch) ir bien, funcionar bien

to keep up with the times estar al día

to move with the times estar al día

to take one's time (not hurry) hacer algo con calma 2 (be slow) tardar mucho

time and motion study estudio de productividad

time bomb bomba de relojería

time limit límite nombre masculino de tiempo, plazo límite

time off tiempo libre

time out descanso

time warp salto en el tiempo

time zone huso horario

time ['taɪm] vt, timed ; timing

1) schedule: fijar la hora de, calcular el momento oportuno para

2) clock: cronometrar, medir el tiempo de (una competencia, etc.)

time n

1) : tiempo m

the passing of time: el paso del tiempo

she doesn't have time: no tiene tiempo

2) moment: tiempo m, momento m

this is not the time to bring it up: no es el momento de sacar el tema

3) : vez f

she called you three times: te llamó tres veces

three times greater: tres veces mayor

4) age: tiempo m, era f

in your grandparents' time: en el tiempo de tus abuelos

5) tempo: tiempo m, ritmo m (en música)

6) : hora f

what time is it?: ¿qué hora es?

at the usual time: a la hora acostumbrada

to keep time: ir a la hora

to lose time: atrasar

7) experience: rato m, experiencia f

we had a nice time together: pasamos juntos un rato agradable

to have a rough time: pasarlo mal

have a good time!: ¡que se diviertan!

8)

at times sometimes: a veces

9)

for the time being : por el momento, de momento

10)

from time to time occasionally: de vez en cuando

11)

in time punctually: a tiempo

12)

in time eventually: con el tiempo

13)

time after time : una y otra vez

time

adj.

• a plazos adj.

• de tiempo adj.

• del tiempo adj.

• horario, -a adj.

n.

• duración s.f.

• edad s.f.

• espera s.f.

• hora s.f.

• plazo s.m.

• tempo s.m.

• tiempo s.m.

• vez s.f.

• época s.f.

v.

• cronometrar v.

• regular v.

• tomar los tiempos (Deporte) v.

I taɪm
1) noun

Sense I

2) u (past, present, future) tiempo m

time and space — el tiempo y el espacio

as time goes by o passes — a medida que pasa el tiempo, con el paso or el correr del tiempo

at this point o moment in time — en este momento, en el momento presente

(only) time will tell — el tiempo (lo) dirá

how time flies! — qué rápido pasa el tiempo!

(from) time out of mind — desde tiempos inmemoriales

time and tide wait for no man — el tiempo pasa inexorablemente; (before n) < travel> en el tiempo

time machine — máquina f del tiempo

3) u (time available, necessary for something) tiempo m

we have all the time in the world — tenemos tiempo de sobra

could I have five minutes of your time? — ¿podría concederme cinco minutos?

there's no time to lose — no hay tiempo que perder

to make time for something — hacer(se)* or encontrar* tiempo para algo

to make time — ( hurry) (AmE colloq) darse* prisa, apurarse (AmL)

he does it to pass the time — lo hace para pasar el tiempo

I spend all my time reading/thinking — me paso todo el tiempo leyendo/pensando

it takes time to get used to the climate — lleva or toma tiempo acostumbrarse al clima

it's worth taking a little extra time over the job — vale la pena dedicarle un poco más de tiempo al trabajo

to take one's time: just take your time tómate todo el tiempo que necesites or quieras; you took your time! cómo has tardado!; to buy time ganar tiempo; to have a lot of/no time for somebody/something: I have no time for people like her no soporto a la gente como ella; I've got a lot of time for him me cae muy bien; to have time on one's hands: I had time on my hands me sobraba el tiempo; to play for time — tratar de ganar tiempo

4) (no pl) (period - of days, months, years) tiempo m; (- of hours) rato m

that was a long time ago — eso fue hace mucho (tiempo)

they lived in Paris for a time/for a long time — vivieron un tiempo/mucho tiempo or muchos años en París

long time no see! — (colloq) tanto tiempo (sin verte)!

some time later I saw them leave — al rato los vi salir

some time later they moved to Brussels — (un) tiempo después se mudaron a Bruselas, tras cierto tiempo se mudaron a Bruselas

for some considerable time o for quite some time now there have been rumors that... — hace ya bastante tiempo que se rumorea que...

in an hour's/three months'/ten years' time — dentro de una horaes meses/diez años

cooking time — tiempo m de cocción

your time's up — se te (or les etc) ha acabado el tiempo

for the time being — por el momento, de momento

to serve o (colloq) do time — cumplir una condena, estar* a la sombra (fam)

5) (in phrases)

against time — contra reloj

all the time — ( constantly) constantemente; ( the whole period) todo el tiempo

I knew it all the time — lo supe desde el principio

in time — ( early enough) a tiempo; ( eventually) con el tiempo

you arrived just in time — llegaste justo a tiempo

we got back in time to watch the film — volvimos a tiempo para ver la película

you'll get used to it in time — con el tiempo te acostumbrarás

in good time — con tiempo

all in good time — cada cosa a su tiempo, todo a su debido tiempo

in no time (at all) — rapidísimo, en un abrir y cerrar de ojos, en un santiamén

6) u ( airtime) (Rad, TV) espacio m

7) u c (for journey, race, task) tiempo m

what's your fastest time over 400m? — ¿cuál es tu mejor tiempo or marca en los 400 metros?

8) u ( with respect to work)

to take o (BrE also) have time off — tomarse tiempo libre

we get time and a half — nos pagan hora y media de sueldo por cada hora trabajada

9)

a) c (epoch, age) (often pl) época f, tiempo m

at one time — en una época or un tiempo, en otros tiempos

in times of crisis — en épocas or tiempos de crisis

in former times — antiguamente

in Tudor times — en la época de los Tudor, en tiempos de los Tudor

there was a time when o time was when... — hubo un tiempo cuando...

it's a sign of the times — es un indicio de los tiempos en que vivimos

in times to come — en el futuro, en tiempos venideros

to be ahead of one's time: he's ahead/he was ahead of his time se ha adelantado/se adelantó a su época; to be behind the times \<\<ideas\>\> ser* anticuado, estar* desfasado; \<\<person\>\> estar* atrasado de noticias (fam); to keep up with o abreast of the times — mantenerse* al día

b) u ( with respect to a person's life)

that was before your time — eso fue antes de que tú nacieras (or empezaras a trabajar aquí etc)

it won't happen in our time — no viviremos para verlo

I've seen some funny things in my time but... — he visto cosas raras en mi vida pero...

she was a great athlete in her time — fue una gran atleta en su época

Sense II

10)

a) u ( by clock) hora f

what's the time?, what time is it? — ¿qué hora es?

do you have the time? — ¿tienes hora?

the time is ten minutes to ten — son las diez menos diez minutos, son diez para las diez (AmL exc RPl)

to be able to tell the time o (AmE also) tell time — saber* (decir) la hora

British Summer Time — horario m de verano

Eastern Standard Time — ( in US) hora f de la costa atlántica

this clock keeps good time — este reloj está siempre en hora

not to give somebody the time of day — no darle* a algn ni la hora

to pass the time of day (with somebody): now she never even passes the time of day with me ahora ni siquiera me saluda; we passed the time of day charlamos un ratito; (before n) time switch temporizador m; time zone — huso m horario

b) c u ( of event) hora f

do you know the times of the trains? — ¿sabes el horario de los trenes?

time FOR something/to + INF: we have to arrange a time for the next meeting tenemos que fijar una fecha y hora para la próxima reunión; is it time to go yet? ¿ya es hora de irse?; it's time you left o you were leaving es hora de que te vayas; at breakfast time — a la hora del desayuno

11) c ( point in time)

at this time of (the) year — en esta época del año

at this time of night — a estas horas de la noche

at the present/this particular time — en este momento/este preciso momento

at no time was that my intention — en ningún momento fue ésa mi intención

it should be kept closed at all times — debe mantenerse siempre cerrado

at the best of times — en el mejor de los casos

this time next year — el año que viene para estas fechas

it'll be dark by the time we get there — (para) cuando lleguemos ya estará oscuro

by that o this time we were really worried — para entonces ya estábamos preocupadísimos

from that time on — a partir de entonces, desde entonces

it's high time somebody did something — ya es hora or ya va siendo hora de que alguien haga algo

she's resigned, and not before time — ha renunciado, y ya era hora

the time has come for us to make a decision — ha llegado el momento de que tomemos una decisión

there's a time and a place for everything — hay un momento y un lugar para todo

my/her time has come — me/le ha llegado el momento

to bide one's time — esperar el momento oportuno

to die before one's time — morir* tempranamente or prematuramente

12) c (instance, occasion) vez f

three times a day — tres veces por día

I've been there many a time o many times — he estado allí en numerosas ocasiones or muchas veces

nine times out of ten — en el noventa por ciento de los casos, la gran mayoría de las veces

third time lucky! — la tercera es la vencida!

let's leave it for another o some other time — dejémoslo para otro momento

you paid (the) last time — la última vez or la otra vez pagaste tú

for the last time: no! — por última vez no!

let's try one more time — probemos otra vez or una vez más

13) (in phrases)

about time: it's about time someone told him ya es hora or ya va siendo hora de que alguien se lo diga; I've finished - and about time too! he terminado - ya era hora!; ahead of time: the first stage was completed ahead of time la primera fase se terminó antes de tiempo; any time: come any time ven cuando quieras or en cualquier momento; call me any time between nine and eleven llámame a cualquier hora entre las nueve y las once; I'd rather work for Mary any time yo prefiero trabajar para Mary, toda la vida (y cien años más); they should be here any time (now) en cualquier momento llegan, deben de estar por llegar de un momento al otro; at a time: four at a time de cuatro en cuatro or (AmL tb) de a cuatro; one at a time! de a uno!, uno por uno! or uno por vez!; I can only do one thing at a time sólo puedo hacer una cosa a la or por vez; for months at a time durante meses enteros; at the same time ( simultaneously) al mismo tiempo; ( however) (as linker) al mismo tiempo, de todas formas; at times a veces; at this time (AmE) ahora, en este momento; every time: I make the same mistake every time! siempre cometo el mismo error!; gin or whisky? - give me whisky every time! ¿ginebra or whisky? - para mí whisky, toda la vida; every o each time (as conj) ( whenever) cada vez; from time to time de vez en cuando; on time ( on schedule): the buses hardly ever run on time los autobuses casi nunca pasan a su hora or puntualmente; she's never on time nunca llega temprano, siempre llega tarde; time after time o time and (time) again — una y otra vez

14) c ( experience)

to have a good/bad/hard time — pasarlo bien/mal/muy mal

have a good time! — que te diviertas (or que se diviertan etc)!, que lo pases (or pasen etc) bien!

don't give me a hard time — (esp AmE) no me mortifiques

thank you for a lovely time — gracias por todo, lo hemos pasado estupendamente

15) u ( Mus) compás m

in time to the music — al compás de la música

out of time — descompasado, fuera de compás

to beat/keep time — marcar*/seguir* el compás

to mark time — ( march on the spot) marcar* el paso; ( make no progress) hacer* tiempo; (before n)

time signature — llave f de tiempo

16) times pl ( Math)

it's four times bigger — es cuatro veces más grande; (before n)

times table — tabla f de multiplicar

II

transitive verb

a) ( Sport) cronometrar

I've timed how long it takes me — he calculado cuánto tiempo me lleva

b) ( choose time of)

the bomb was timed to go off at ten o'clock — la bomba estaba programada para explotar a las diez

the demonstration was timeed to coincide with his arrival — la hora de la manifestación estaba calculada para coincidir con su llegada

you timed your entrance perfectly — no podrías haber elegido un mejor momento para entrar

his comment was well timed — su comentario fue muy oportuno

his shot was badly timed — no calculó bien el momento en que debía chutar/disparar

[taɪm]
1. N

1) (gen) tiempo m

as time goes on or by — con el (paso del) tiempo, a medida que pasa/pasaba el tiempo

• race against time — carrera f contra (el) reloj

• for all time — para siempre

one of the best of all time — uno de los mejores de todos los tiempos

• Father Time — el Tiempo

• to find (the) time for sth — encontrar tiempo para algo

I can't find the time for reading — no encuentro tiempo para leer

• time flies — el tiempo vuela

how time flies! — ¡cómo pasa el tiempo!

• to gain time — ganar tiempo

• half the time he's drunk — la mayor parte del tiempo está borracho

• to have (the) time (to do sth) — tener tiempo (para hacer algo)

we have plenty of time — tenemos tiempo de sobra

• to make time — (US) * ganar tiempo, apresurarse

• to make up for lost time — recuperar el tiempo perdido

• it's only a matter or question of time before it falls — solo es cuestión de tiempo antes de que caiga

• I've no time for him — (too busy) no tengo tiempo para él; (contemptuous) no le aguanto

I've no time for sport — odio los deportes

there is no time to lose — no hay tiempo que perder

he lost no time in doing it — no tardó en hacerlo

• my time is my own — yo dispongo de mi tiempo

• time presses — el tiempo apremia

• time is on our side — el tiempo obra a nuestro favor

• time and space — el tiempo y el espacio

• to take time, it takes time — requiere tiempo, lleva su tiempo

it'll take time to get over the loss of her family — le llevará tiempo superar la pérdida de su familia

it took him all his time to find it — solo encontrarlo le ocupó bastante tiempo

to take one's time — hacer las cosas con calma

take your time! — tómate el tiempo que necesites, ¡no hay prisa!

you certainly took your time! — iro ¡no es precisamente que te mataras corriendo!

• (only) time will tell — el tiempo lo dirá

to have time on one's hands —

she has too much time on her hands — dispone de demasiado tiempo libre

once you retire you'll have time on your hands — cuando te hayas jubilado, tendrás todo el tiempo del mundo

- kill time

- pass the time of day with sb

- play for time

- be pressed for time

- time is money
spare, waste
2) (=period of time) tiempo m, período m; (relatively short) rato m

• have you been here all this time? — ¿has estado aquí todo este tiempo?

• for the time being — por ahora, de momento

• for a time — durante un rato; (longer) durante una temporada

• a long time — mucho tiempo

to take a long time to do sth — tardar mucho en hacer algo

a long time ago — hace mucho (tiempo), hace tiempo

he hasn't been seen for a long time — hace mucho tiempo que no se le ve

she'll be in a wheelchair for a long time to come — le queda mucho tiempo de estar en silla de ruedas por delante

• in no time at all — en un abrir y cerrar de ojos

• it will last our time — durará lo que nosotros

• a short time — poco tiempo, un rato

a short time ago — hace poco

a short time after — poco (tiempo) después, al poco tiempo

in a short time they were all gone — muy pronto habían desaparecido todos

• for some time past — de algún tiempo a esta parte

after some time she looked up at me/wrote to me — después de cierto tiempo levantó la vista hacia mí/me escribió, pasado algún tiempo levantó la vista hacia mí/me escribió

• in a week's time — dentro de una semana

in two weeks' time — en dos semanas, al cabo de dos semanas

- do time
serve
3) (at work)

• on Saturdays they pay time and a half — los sábados pagan lo normal más la mitad

• he did it in his own time — lo hizo en su tiempo libre or fuera de (las) horas de trabajo

• to be on short time, work short time — trabajar en jornadas reducidas
full-time, part-time, short-time
4) (=moment, point of time) momento m

I was watching TV at the time — en ese momento estaba viendo la televisión

from time to time — de vez en cuando

• about time too! — ¡ya era hora!

it's about time you had a haircut — ya es hora de que te cortes el pelo

• come (at) any time (you like) — ven cuando quieras

it might happen (at) any time — podría ocurrir de un momento a otro or en cualquier momento

any time now — de un momento a otro

• at times — a veces, a ratos

at all times — siempre, en todo momento

• to die before one's time — morir temprano

not before time! — ¡ya era hora!

• between times — en los intervalos

• by the time he arrived — para cuando él llegó

by the time we got there he'd left — cuando llegamos allí ya se había ido

by this time — ya, antes de esto

(by) this time next year — el año que viene por estas fechas

• to choose one's time carefully — elegir con cuidado el momento más propicio

• the time has come to leave — ha llegado el momento de irse

when the time comes — cuando llegue el momento

• at a convenient time — en un momento oportuno

• at any given time — en cualquier momento dado

• her time was drawing near — (to give birth) se acercaba el momento de dar a luz; (to die) estaba llegando al final de su vida

• it's high time you got a job — ya va siendo hora de que consigas un trabajo

• at my time of life — a mi edad, con los años que yo tengo

• at no time did I mention it — no lo mencioné en ningún momento

this is no time for jokes — este no es momento para bromas

• now is the time to go — ahora es el momento de irse

now is the time to plant roses — esta es la época para plantar las rosas

• at odd times — (=occasionally) de vez en cuando

he calls at some odd times — llama a las horas más intempestivas

• from that time on — a partir de entonces, desde entonces

• at one time — en cierto momento, en cierta época

• this is neither the time nor the place to discuss it — este no es ni el momento ni el lugar oportuno para hablar de eso

there's a time and a place for everything — todo tiene su momento y su lugar

• at the present time — actualmente, en la actualidad

• at the proper time — en el momento oportuno

• at the same time — (=simultaneously) al mismo tiempo, a la vez; (=even so) al mismo tiempo, por otro lado

• until such time as he agrees — hasta que consienta

• at that time — por entonces, en aquel entonces, en aquella época

• at this particular time — en este preciso momento

• at this time of the year — en esta época del año

it's a lovely time of year — es una estación encantadora
bide
5) (by clock) hora f

what's the time? — ¿qué hora es?

the time is 2.30 — son las dos y media

it's time to go — es hora de irse

"time gentlemen please!" — "¡se cierra!"

• to arrive ahead of time — llegar temprano

to be 30 minutes ahead of time — llevar 30 minutos de adelanto

• at any time of the day or night — en cualquier momento or a cualquier hora del día o de la noche

• to be 30 minutes behind time — llevar 30 minutos de retraso

• it's coffee time — es la hora del café

• at this time of day — a esta hora

• it's time for the news — es (la) hora de las noticias

it's time for lunch — es (la) hora de comer

• let me know in good time — avíseme con anticipación

make sure you get there in good time — asegúrate de que llegas allí con tiempo

he'll come in his own good time — vendrá cuando le parezca conveniente

all in good time — todo a su (debido) tiempo

to start in good time — partir a tiempo, partir pronto

• have you got the (right) time? — ¿tiene la hora (exacta)?

• Greenwich mean time — hora f de Greenwich

• we were just in time to see it — llegamos justo a tiempo para verlo

• a watch that keeps good time — un reloj muy exacto

• just look at the time! — ¡fíjate qué hora es ya!, ¡mira qué tarde es!

• what time do you make it?, what do you make the time? — ¿qué hora es or tiene?

we made good time on the journey — el viaje ha sido rápido

• to be on time — [person] ser puntual, llegar puntualmente; [train, plane] llegar puntual

• to tell the time — [clock] dar la hora; [child] saber decir la hora

- I wouldn't give him the time of day
see closing, opening
6) (=era, period) tiempo m, época f

in Elizabethan times — en tiempos isabelinos, en la época isabelina

in our own time(s) — en nuestra época

in my time(s) — en mis tiempos

what times they were!, what times we had! — ¡qué tiempos aquellos!

one of the greatest footballers of our time — uno de los mejores futbolistas de nuestros tiempos

• to be ahead of one's time — adelantarse a su época

• that was all before my time — todo eso fue antes de mis tiempos

• to be behind the times — [person] estar atrasado de noticias; [thing, idea] estar fuera de moda, haber quedado anticuado

• how times change! — ¡cómo cambian las cosas!

• in times to come — en tiempos venideros

• times were hard — fueron tiempos duros

times are hard — atravesamos un período bastante difícil

they fell on hard times — entraron en un periodo de vacas flacas

• to keep abreast of or up with the times — ir con los tiempos, mantenerse al día

• the times we live in — los tiempos en que vivimos

• in modern times — en tiempos modernos

• to move with the times — ir con los tiempos, mantenerse al día

• in olden times, in times past — en otro tiempo, antiguamente

• time was when... — hubo un tiempo en que...
sign
7) (=experience)

to have a bad or rough or thin time (of it) — pasarlo mal, pasarlas negras

• to have a good time — pasarlo bien, divertirse

all they want to do is have a good time — no quieren más que divertirse

to give sb a good time — hacer que algn lo pase bien

she's out for a good time — se propone divertirse

• we had a high old time * — lo hemos pasado en grande *

• we have a lovely time — lo pasamos la mar de bien *

• have a nice time! — ¡que lo pases/paséis etc bien!

- the big time

to make the big time — alcanzar el éxito, triunfar
big-time
8) (=occasion) vez f

three times — tres veces

I remember the time he came here — recuerdo la ocasión en que vino por aquí, me acuerdo de cuando vino por aquí

• time after time, time and again — repetidas veces, una y otra vez

• to carry three boxes at a time — llevar tres cajas a la vez

he ran upstairs three at a time — subió la escalera de tres en tres escalones

for weeks at a time — durante semanas enteras or seguidas

• each time, every time — cada vez

he won every time — ganó todas las veces

it's the best, every time! — ¡es el mejor, no hay duda!

give me beer every time! — ¡para mí, siempre cerveza!

• the first time I did it — la primera vez que lo hice

for the first time — por primera vez

• last time — la última vez

the last time I did it — la última vez que lo hice

for the last time — por última vez

• many times — muchas veces

many's the time... — no una vez, sino muchas...

• next time — la próxima vez, a la próxima (esp LAm)

• the second time round — (=second marriage) la segunda intentona de matrimonio

• several times — varias veces

• this time — esta vez

• at various times in the past — en determinados momentos del pasado

- nine times out of ten

- third time lucky!

9) (Mus) compás m

in 3/4 time — al compás de 3 por 4

• to beat time — marcar el compás

• in time to the music — al compás de la música

• to keep time — llevar el compás

• to get out of time — perder el compás
beat 2., 4), mark II, 2., 7)
10) (Math)

4 times 3 is 12 — 4 por 3 son 12

it's five times faster than or as fast as yours — es cinco veces más rápido que el tuyo

11) (Mech)

the ignition is out of time — el encendido está fuera de fase

2. VT

1) (=schedule) planear, calcular; (=choose time of) [+ remark, request] elegir el momento para

the race is timed for 8.30 — el comienzo de la carrera está previsto para las 8.30

you timed that perfectly — elegiste a la perfección el momento para hacerlo

the bomb was timed to explode five minutes later — la bomba estaba sincronizada para explotar cinco minutos más tarde

the strike was carefully timed to cause maximum disruption — se había escogido el momento de la huelga para ocasionar el mayor trastorno posible

the decision to sell was badly timed — se decidió vender en un mal momento
ill-timed, well-timed
2) (=reckon time of) [+ call, journey] calcular la duración de; (with stopwatch) cronometrar

to time o.s. — cronometrarse

I timed him doing the washing-up — le cronometré mientras lavaba los platos

3.

CPD

time and motion study N — estudio m de tiempos y movimientos

time bomb N — bomba f de relojería

time capsule N — cápsula f del tiempo

time card N — tarjeta f de registro horario

time check N — (Sport) control m de tiempos

can I have a time check, please? — ¿qué hora es ahora, por favor?

time clock N — reloj m registrador, reloj m de control de asistencia

time deposit N — (US) depósito m a plazo

time difference N — diferencia f horaria

time exposure N — (Phot) exposición f

time frame N — margen m de tiempo

to set a time frame for sth — poner fecha a algo

time fuse N — temporizador m, espoleta f graduada, espoleta f de tiempo

time lag N — (=delay) retraso m; (=lack of synchronization) desfase m

time limit N — plazo m, límite m de tiempo; (=closing date) fecha f tope

to set a time limit (for sth) — fijar un plazo (para algo)

time loan N — (US) préstamo m a plazo fijo

time lock N — cerradura f de tiempo

time machine N — máquina f de transporte a través del tiempo

time management N — gestión f del tiempo

time management consultant N — consultor(a) m / f de gestión del tiempo

time management course N — curso m de gestión del tiempo

time management skills NPL — técnicas fpl de gestión del tiempo

time management training N — formación f en gestión del tiempo

time off N — (=free time) tiempo m libre

to take time off from work — tomarse tiempo libre

you'll have to take some time off when your wife has her operation — tendrás que tomarte unos días de vacaciones cuando operen a tu mujer

time out N — (esp US) (Sport) (also fig) tiempo m muerto

to take time out (from sth/from doing sth) — descansar (de algo/de hacer algo)

time payment N — (US) pago m a plazos

time saver N —

it is a great time saver — ahorra mucho tiempo

time sheet N — = time card

time signal N — señal f horaria

time signature N — (Mus) compás m, signatura f de compás

time slice N — fracción f de tiempo

time slot N — franja f horaria

time span N — periodo m de tiempo

time switch N — interruptor m horario

time trial N — (Cycling) prueba f contra reloj, contrarreloj f

time warp N — salto m en el tiempo, túnel m del tiempo

time zone N — huso m horario

* * *

I [taɪm]
1) noun

Sense I

2) u (past, present, future) tiempo m

time and space — el tiempo y el espacio

as time goes by o passes — a medida que pasa el tiempo, con el paso or el correr del tiempo

at this point o moment in time — en este momento, en el momento presente

(only) time will tell — el tiempo (lo) dirá

how time flies! — qué rápido pasa el tiempo!

(from) time out of mind — desde tiempos inmemoriales

time and tide wait for no man — el tiempo pasa inexorablemente; (before n) < travel> en el tiempo

time machine — máquina f del tiempo

3) u (time available, necessary for something) tiempo m

we have all the time in the world — tenemos tiempo de sobra

could I have five minutes of your time? — ¿podría concederme cinco minutos?

there's no time to lose — no hay tiempo que perder

to make time for something — hacer(se)* or encontrar* tiempo para algo

to make time — ( hurry) (AmE colloq) darse* prisa, apurarse (AmL)

he does it to pass the time — lo hace para pasar el tiempo

I spend all my time reading/thinking — me paso todo el tiempo leyendo/pensando

it takes time to get used to the climate — lleva or toma tiempo acostumbrarse al clima

it's worth taking a little extra time over the job — vale la pena dedicarle un poco más de tiempo al trabajo

to take one's time: just take your time tómate todo el tiempo que necesites or quieras; you took your time! cómo has tardado!; to buy time ganar tiempo; to have a lot of/no time for somebody/something: I have no time for people like her no soporto a la gente como ella; I've got a lot of time for him me cae muy bien; to have time on one's hands: I had time on my hands me sobraba el tiempo; to play for time — tratar de ganar tiempo

4) (no pl) (period - of days, months, years) tiempo m; (- of hours) rato m

that was a long time ago — eso fue hace mucho (tiempo)

they lived in Paris for a time/for a long time — vivieron un tiempo/mucho tiempo or muchos años en París

long time no see! — (colloq) tanto tiempo (sin verte)!

some time later I saw them leave — al rato los vi salir

some time later they moved to Brussels — (un) tiempo después se mudaron a Bruselas, tras cierto tiempo se mudaron a Bruselas

for some considerable time o for quite some time now there have been rumors that... — hace ya bastante tiempo que se rumorea que...

in an hour's/three months'/ten years' time — dentro de una hora/tres meses/diez años

cooking time — tiempo m de cocción

your time's up — se te (or les etc) ha acabado el tiempo

for the time being — por el momento, de momento

to serve o (colloq) do time — cumplir una condena, estar* a la sombra (fam)

5) (in phrases)

against time — contra reloj

all the time — ( constantly) constantemente; ( the whole period) todo el tiempo

I knew it all the time — lo supe desde el principio

in time — ( early enough) a tiempo; ( eventually) con el tiempo

you arrived just in time — llegaste justo a tiempo

we got back in time to watch the film — volvimos a tiempo para ver la película

you'll get used to it in time — con el tiempo te acostumbrarás

in good time — con tiempo

all in good time — cada cosa a su tiempo, todo a su debido tiempo

in no time (at all) — rapidísimo, en un abrir y cerrar de ojos, en un santiamén

6) u ( airtime) (Rad, TV) espacio m

7) u c (for journey, race, task) tiempo m

what's your fastest time over 400m? — ¿cuál es tu mejor tiempo or marca en los 400 metros?

8) u ( with respect to work)

to take o (BrE also) have time off — tomarse tiempo libre

we get time and a half — nos pagan hora y media de sueldo por cada hora trabajada

9)

a) c (epoch, age) (often pl) época f, tiempo m

at one time — en una época or un tiempo, en otros tiempos

in times of crisis — en épocas or tiempos de crisis

in former times — antiguamente

in Tudor times — en la época de los Tudor, en tiempos de los Tudor

there was a time when o time was when... — hubo un tiempo cuando...

it's a sign of the times — es un indicio de los tiempos en que vivimos

in times to come — en el futuro, en tiempos venideros

to be ahead of one's time: he's ahead/he was ahead of his time se ha adelantado/se adelantó a su época; to be behind the times \<\<ideas\>\> ser* anticuado, estar* desfasado; \<\<person\>\> estar* atrasado de noticias (fam); to keep up with o abreast of the times — mantenerse* al día

b) u ( with respect to a person's life)

that was before your time — eso fue antes de que tú nacieras (or empezaras a trabajar aquí etc)

it won't happen in our time — no viviremos para verlo

I've seen some funny things in my time but... — he visto cosas raras en mi vida pero...

she was a great athlete in her time — fue una gran atleta en su época

Sense II

10)

a) u ( by clock) hora f

what's the time?, what time is it? — ¿qué hora es?

do you have the time? — ¿tienes hora?

the time is ten minutes to ten — son las diez menos diez minutos, son diez para las diez (AmL exc RPl)

to be able to tell the time o (AmE also) tell time — saber* (decir) la hora

British Summer Time — horario m de verano

Eastern Standard Time — ( in US) hora f de la costa atlántica

this clock keeps good time — este reloj está siempre en hora

not to give somebody the time of day — no darle* a algn ni la hora

to pass the time of day (with somebody): now she never even passes the time of day with me ahora ni siquiera me saluda; we passed the time of day charlamos un ratito; (before n) time switch temporizador m; time zone — huso m horario

b) c u ( of event) hora f

do you know the times of the trains? — ¿sabes el horario de los trenes?

time FOR something/to + INF: we have to arrange a time for the next meeting tenemos que fijar una fecha y hora para la próxima reunión; is it time to go yet? ¿ya es hora de irse?; it's time you left o you were leaving es hora de que te vayas; at breakfast time — a la hora del desayuno

11) c ( point in time)

at this time of (the) year — en esta época del año

at this time of night — a estas horas de la noche

at the present/this particular time — en este momento/este preciso momento

at no time was that my intention — en ningún momento fue ésa mi intención

it should be kept closed at all times — debe mantenerse siempre cerrado

at the best of times — en el mejor de los casos

this time next year — el año que viene para estas fechas

it'll be dark by the time we get there — (para) cuando lleguemos ya estará oscuro

by that o this time we were really worried — para entonces ya estábamos preocupadísimos

from that time on — a partir de entonces, desde entonces

it's high time somebody did something — ya es hora or ya va siendo hora de que alguien haga algo

she's resigned, and not before time — ha renunciado, y ya era hora

the time has come for us to make a decision — ha llegado el momento de que tomemos una decisión

there's a time and a place for everything — hay un momento y un lugar para todo

my/her time has come — me/le ha llegado el momento

to bide one's time — esperar el momento oportuno

to die before one's time — morir* tempranamente or prematuramente

12) c (instance, occasion) vez f

three times a day — tres veces por día

I've been there many a time o many times — he estado allí en numerosas ocasiones or muchas veces

nine times out of ten — en el noventa por ciento de los casos, la gran mayoría de las veces

third time lucky! — la tercera es la vencida!

let's leave it for another o some other time — dejémoslo para otro momento

you paid (the) last time — la última vez or la otra vez pagaste tú

for the last time: no! — por última vez no!

let's try one more time — probemos otra vez or una vez más

13) (in phrases)

about time: it's about time someone told him ya es hora or ya va siendo hora de que alguien se lo diga; I've finished - and about time too! he terminado - ya era hora!; ahead of time: the first stage was completed ahead of time la primera fase se terminó antes de tiempo; any time: come any time ven cuando quieras or en cualquier momento; call me any time between nine and eleven llámame a cualquier hora entre las nueve y las once; I'd rather work for Mary any time yo prefiero trabajar para Mary, toda la vida (y cien años más); they should be here any time (now) en cualquier momento llegan, deben de estar por llegar de un momento al otro; at a time: four at a time de cuatro en cuatro or (AmL tb) de a cuatro; one at a time! de a uno!, uno por uno! or uno por vez!; I can only do one thing at a time sólo puedo hacer una cosa a la or por vez; for months at a time durante meses enteros; at the same time ( simultaneously) al mismo tiempo; ( however) (as linker) al mismo tiempo, de todas formas; at times a veces; at this time (AmE) ahora, en este momento; every time: I make the same mistake every time! siempre cometo el mismo error!; gin or whisky? - give me whisky every time! ¿ginebra or whisky? - para mí whisky, toda la vida; every o each time (as conj) ( whenever) cada vez; from time to time de vez en cuando; on time ( on schedule): the buses hardly ever run on time los autobuses casi nunca pasan a su hora or puntualmente; she's never on time nunca llega temprano, siempre llega tarde; time after time o time and (time) again — una y otra vez

14) c ( experience)

to have a good/bad/hard time — pasarlo bien/mal/muy mal

have a good time! — que te diviertas (or que se diviertan etc)!, que lo pases (or pasen etc) bien!

don't give me a hard time — (esp AmE) no me mortifiques

thank you for a lovely time — gracias por todo, lo hemos pasado estupendamente

15) u ( Mus) compás m

in time to the music — al compás de la música

out of time — descompasado, fuera de compás

to beat/keep time — marcar*/seguir* el compás

to mark time — ( march on the spot) marcar* el paso; ( make no progress) hacer* tiempo; (before n)

time signature — llave f de tiempo

16) times pl ( Math)

it's four times bigger — es cuatro veces más grande; (before n)

times table — tabla f de multiplicar

II

transitive verb

a) ( Sport) cronometrar

I've timed how long it takes me — he calculado cuánto tiempo me lleva

b) ( choose time of)

the bomb was timed to go off at ten o'clock — la bomba estaba programada para explotar a las diez

the demonstration was timeed to coincide with his arrival — la hora de la manifestación estaba calculada para coincidir con su llegada

you timed your entrance perfectly — no podrías haber elegido un mejor momento para entrar

his comment was well timed — su comentario fue muy oportuno

his shot was badly timed — no calculó bien el momento en que debía chutar/disparar

English-spanish dictionary > time
5 time

time [taɪm]

temps ⇒ 1 (a)-(e), 1 (m), 1 (o) durée ⇒ 1 (e) heure ⇒ 1 (f), 1 (g), 1 (m) moment ⇒ 1 (i), 1 (j) fois ⇒ 1 (k) époque ⇒ 1 (o) fin ⇒ 1 (r) mesure ⇒ 1 (u) chronométrer ⇒ 2 (a) fixer l'heure de ⇒ 2 (b) choisir le moment de ⇒ 2 (c) régler ⇒ 2 (d)

1 noun

(a) (continuous stretch of time) temps m;

∎ as time goes by avec le temps;

∎ the price has gone up over time le prix a augmenté avec le temps;

∎ it's only a matter or a question of time ce n'est qu'une question de temps;

∎ these things take time cela ne se fait pas du jour au lendemain;

∎ to have time on one's hands or time to spare avoir du temps;

∎ time hangs heavy on his hands le temps lui pèse, il trouve le temps long;

∎ since the dawn of time depuis la nuit des temps;

∎ time flies le temps passe vite;

∎ doesn't time fly! comme le temps passe vite!;

∎ time heals all wounds le temps guérit tout;

∎ only time will tell seul l'avenir nous le dira;

∎ time will prove me right l'avenir me donnera raison;

∎ it's a race against time c'est une course contre la montre;

∎ they're working against time to save her ils ne disposent que de très peu de temps pour la sauver;

∎ time is on our side le temps joue en notre faveur;

∎ time out of mind de temps immémorial, de toute éternité;

∎ time is money le temps, c'est de l'argent;

∎ proverb time and tide wait for no man les événements n'attendent personne

(b) (period of time spent on particular activity) temps m;

∎ there's no time to lose il n'y a pas de temps à perdre;

∎ he lost no time in telling me il s'est empressé de me le dire;

∎ to make up for lost time rattraper le temps perdu;

∎ to make good/poor time doing sth mettre peu de temps/longtemps à faire qch;

∎ I passed the time reading j'ai passé mon temps à lire;

∎ take your time prenez votre temps;

∎ take your time over it prenez le temps qu'il faudra;

∎ it took me all my time just to get here! avec le temps que j'ai mis pour arriver ici!;

∎ you took your time about it! tu en as mis du temps!;

∎ she took the time to explain it to us elle a pris le temps de nous l'expliquer;

∎ she made the time to read the report elle a pris le temps de lire le rapport;

∎ I can always make time for you pour vous, je suis toujours là;

∎ I spend half/all my time cleaning up je passe la moitié de/tout mon temps à faire le ménage;

∎ half the time he doesn't know what he's doing la moitié du temps il ne sait pas ce qu'il fait;

∎ most of the time la plupart du temps;

∎ he was ill part or some of the time il a été malade une partie du temps;

∎ it rained part or some of the time il a plu par moments;

∎ we spend the better part of our time working nous passons le plus clair de notre temps à travailler;

∎ I start in three weeks' time je commence dans trois semaines;

∎ they'll have finished the project in three weeks' time ils auront terminé le projet dans trois semaines;

∎ all in good time! chaque chose en son temps!;

∎ I'll finish it in my own good time je le finirai quand bon me semblera;

∎ in no time (at all), in next to no time en un rien de temps, en moins de rien

(c) (available period of time) temps m;

∎ I haven't (the) time to do the shopping je n'ai pas le temps de faire les courses;

∎ I've no time for gossip je n'ai pas de temps à perdre en bavardages;

∎ I've no time for that sort of attitude je ne supporte pas ce genre de mentalité;

∎ he has no time for sycophants/for laziness il n'a pas de temps à perdre avec les flatteurs/les paresseux;

∎ my time is my own mon temps m'appartient;

∎ my time is not my own je ne suis pas libre de mon temps;

∎ we've just got time to catch the train on a juste le temps d'attraper le train;

∎ that doesn't leave them much time to get ready cela ne leur laisse guère de temps pour se préparer;

∎ you'll have to find the time to see her il faut que tu trouves le temps de la voir;

∎ you have plenty of time to finish it vous avez largement le temps de le finir;

∎ we've got plenty of time or all the time in the world nous avons tout le temps

(d) (while) temps m;

∎ after a time après un (certain) temps;

∎ a long time longtemps;

∎ a long time ago il y a longtemps;

∎ it's a long time since we've been out for a meal together ça fait longtemps que nous ne sommes pas sortis dîner ensemble;

∎ she's been dreaming of this for a long time now voilà longtemps qu'elle en rêve;

∎ he waited for a long time il a attendu longtemps;

∎ I worked for a long time as a translator j'ai travaillé (pendant) longtemps comme traducteur;

∎ for a long time he refused to eat meat il a (pendant) longtemps refusé de manger de la viande;

∎ it'll be a long time before I do that again je ne suis pas près de recommencer, je ne recommencerai pas de si tôt ou de sitôt;

∎ the car takes a long time to warm up la voiture met longtemps à chauffer;

∎ you took a long time! tu en as mis du temps!, il t'en a fallu du temps!;

∎ familiar long time no see! ça faisait longtemps!;

∎ a short time peu de temps;

∎ after a short time peu (de temps) après;

∎ a short time before their wedding peu avant leur mariage;

∎ she's going to stay with us for a short time elle va rester avec nous pendant quelque temps;

∎ in the shortest possible time dans les plus brefs délais, le plus vite ou tôt possible;

∎ after some time au bout de quelque temps, après un certain temps;

∎ some time after their trip quelque temps après leur voyage;

∎ some time ago il y a quelque temps;

∎ for some time past depuis quelque temps;

∎ for some time (to come) pendant quelque temps;

∎ it's the best film I've seen for some time c'est le meilleur film que j'aie vu depuis un moment;

∎ it will take (quite) some time to repair il va falloir pas mal de temps pour le réparer;

∎ all this time pendant tout ce temps

(e) (time taken or required to do something) temps m, durée f;

∎ the flying time to Madrid is two hours la durée du vol pour Madrid est de deux heures;

∎ the cooking time is two hours le temps de cuisson est de deux heures;

∎ the winner's time was under four minutes le gagnant a fait un temps de moins de quatre minutes;

∎ 1 minute 34 seconds is her best/a good time 1 minute 34 secondes, c'est son meilleur temps/un bon temps;

∎ it takes time cela prend du temps;

∎ how much time will it take? combien de temps cela prendra-t-il?;

∎ she finished in half the time it took me to finish elle a mis deux fois moins de temps que moi pour finir

(f) (by clock) heure f;

∎ what time is it?, what's the time? quelle heure est-il?;

∎ what time do you make it? quelle heure avez-vous?;

∎ do you have the time? vous avez l'heure?;

∎ have you got the right time on you? avez-vous l'heure juste?;

∎ the time is twenty past three il est trois heures vingt;

∎ what time are we leaving? à quelle heure partons-nous?;

∎ do you know how to tell the time? est-ce que tu sais lire l'heure?;

∎ could you tell me the time? pourriez-vous me dire l'heure (qu'il est)?;

∎ have you seen the time? avez-vous vu l'heure?;

∎ I looked at the time j'ai regardé l'heure;

∎ this old watch still keeps good time cette vieille montre est toujours à l'heure ou exacte;

∎ at this time of day à cette heure de la journée;

∎ we'll have to keep an eye on the time il faudra surveiller l'heure;

∎ it is almost time to leave/for my bus il est presque l'heure de partir/de mon bus;

∎ it's time I was going il est temps que je parte;

∎ it's dinner time, it's time for dinner c'est l'heure de dîner;

∎ there you are, it's about time! te voilà, ce n'est pas trop tôt!;

∎ I wouldn't give him the time of day je ne lui dirais même pas bonjour;

∎ to pass the time of day with sb échanger quelques mots avec qn

(g) (system)

∎ local time heure f locale;

∎ it's 5 o'clock Tokyo time il est 5 heures, heure de Tokyo

(h) (schedule)

∎ is the bus running to time? est-ce que le bus est à l'heure?;

∎ within the required time dans les délais requis

(i) (particular point in time) moment m;

∎ at that time I was in Madrid à ce moment-là, j'étais à Madrid ou j'étais alors à Madrid;

∎ I worked for her at one time à un moment donné j'ai travaillé pour elle;

∎ at the present time en ce moment, à présent;

∎ he is president at the present time il est actuellement président;

∎ at the time of delivery au moment de la livraison;

∎ at a later time plus tard;

∎ at a given time à un moment donné;

∎ at any one time à la fois;

∎ there's room for 15 people at any one time il y a de la place pour 15 personnes à la fois;

∎ an inconvenient time un moment inopportun;

∎ you called at a most inconvenient time vous avez appelé à un très mauvais moment;

∎ there are times when I could scream il y a des moments où j'ai envie de hurler;

∎ at the best of times même quand tout va bien;

∎ even at the best of times he is not that patient même dans ses bons moments il n'est pas particulièrement patient;

∎ at no time did I agree to that je n'ai jamais donné mon accord pour cela;

∎ by the time you get this… le temps que tu reçoives ceci…, quand tu auras reçu ceci…;

∎ by that time it will be too late à ce moment-là il sera trop tard;

∎ by that time we'll all be dead d'ici là nous serons tous morts;

∎ by this time next week d'ici une semaine, dans une semaine;

∎ this time next week la semaine prochaine à cette heure-ci;

∎ this time last week il y a exactement une semaine;

∎ from that time on we had nothing to do with them à partir de ce moment-là, nous avons refusé d'avoir affaire à eux;

∎ in between times entre-temps;

∎ some time or other un jour ou l'autre;

∎ some time next month dans le courant du mois prochain;

∎ until such time as I hear from them jusqu'à ce que ou en attendant que j'aie de leurs nouvelles

(j) (suitable moment) moment m;

∎ she chose her time badly elle a mal choisi son moment;

∎ this is no time for you to leave ce n'est pas le moment de partir;

∎ now's our time to tell her c'est maintenant que nous devrions ou voici venu le moment de le lui dire;

∎ now is the time to invest c'est maintenant qu'il faut investir;

∎ when the time comes le moment venu, quand le moment sera venu;

∎ we'll talk about that when the time comes nous en parlerons en temps utile;

∎ the time has come to make a stand c'est le moment d'avoir le courage de ses opinions;

∎ the time for talking is past ce n'est plus le moment de parler;

∎ it's about time we taught her a lesson il est grand temps que nous lui donnions une bonne leçon;

∎ there's no time like the present (let's do it now) faisons-le maintenant;

∎ there's a time and a place for everything il y a un temps et un lieu pour ou à tout

(k) (occasion, instance) fois f;

∎ I'll forgive you this time je vous pardonne cette fois-ci ou pour cette fois;

∎ each or every time chaque fois;

∎ she succeeds every time elle réussit à chaque fois;

∎ the last time he came la dernière fois qu'il est venu;

∎ the time before la fois précédente ou d'avant;

∎ another or some other time une autre fois;

∎ I called her three times je l'ai appelée trois fois;

∎ many times bien des fois, très souvent;

∎ many a time I've wondered… je me suis demandé plus d'une ou bien des fois…;

∎ several times plusieurs fois;

∎ several times in the past plusieurs fois déjà;

∎ he asked me several times if… il m'a demandé plusieurs fois si…;

∎ it costs 15 cents a time ça coûte 15 cents à chaque fois;

∎ the one time I'm winning, he wants to stop playing pour une fois que je gagne, il veut arrêter de jouer;

∎ nine times out of ten the machine doesn't work neuf fois sur dix la machine ne marche pas;

∎ we'll have to decide some time or other tôt ou tard ou un jour ou l'autre il va falloir nous décider;

∎ do you remember that time we went to Germany? tu te rappelles la fois où nous sommes allés en Allemagne?;

∎ there's always a first time il y a un début à tout;

∎ I've told you a hundred times! je te l'ai dit vingt ou cent fois!;

∎ give me a good detective story every time! rien ne vaut un bon roman policier!

(l) (experience)

∎ to have a good time bien s'amuser;

∎ she's had a terrible time of it elle a beaucoup souffert;

∎ I had the time of my life jamais je ne me suis si bien ou autant amusé;

∎ we had an awful time at the picnic nous nous sommes ennuyés à mourir au pique-nique;

∎ it was a difficult time for all of us c'était une période difficile pour nous tous;

∎ she had a hard time bringing up five children alone ça a été difficile pour elle d'élever cinq enfants seule;

∎ to give sb a hard or rough or tough time en faire voir de dures à qn, en faire voir de toutes les couleurs à qn;

∎ what a time I had with him! (fun) qu'est-ce que j'ai pu m'amuser avec lui!; (trouble) qu'est-ce qu'il m'en a fait voir!

(m) (hours of work)

∎ to put in time faire des heures (de travail);

∎ to work part/full time travailler à temps partiel/à plein temps;

∎ British in company time, American on company time pendant les heures de travail;

∎ British in your own time, American on your own time pendant votre temps libre, en dehors des heures de travail

(n) (hourly wages)

∎ we pay time and a half on weekends nous payons les heures du week-end une fois et demie le tarif normal;

∎ overtime is paid at double time les heures supplémentaires sont payées ou comptées double

(o) (usu plural) (era) époque f, temps m;

∎ in Victorian times à l'époque victorienne;

∎ in the time of Henry IV à l'époque d'Henri IV, du temps d'Henri IV;

∎ in times past, in former times autrefois, jadis;

∎ in times to come à l'avenir;

∎ at one time, things were different autrefois ou dans le temps les choses étaient différentes;

∎ the house has seen better times la maison a connu des jours meilleurs;

∎ in happier times en un ou des temps plus heureux;

∎ in time or times of need/war en temps de pénurie/de guerre;

∎ time was when doctors made house calls il fut un temps où les médecins faisaient des visites à domicile;

∎ those were happy times! c'était le bon (vieux) temps!;

∎ times are hard les temps sont durs;

∎ in our time de nos jours;

∎ the times we live in l'époque f où nous vivons;

∎ in my time children didn't talk back de mon temps, les enfants ne répondaient pas;

∎ she was probably a good singer in her time en son temps, c'était sûrement une bonne chanteuse;

∎ it was a very popular car in its time c'était une voiture très populaire à l'époque (où elle est sortie);

∎ very advanced for its time très en avance sur son temps ou sur l'époque;

∎ to be ahead of or before one's time être en avance sur son époque ou sur son temps;

∎ to be behind the times être en retard sur son époque ou sur son temps;

∎ to keep up with the times vivre avec son temps;

∎ to move with the times évoluer avec son temps;

∎ times have changed autres temps, autres mœurs

(p) (lifetime)

∎ I've heard some odd things in my time! j'en ai entendu, des choses, dans ma vie!;

∎ it won't happen in our time nous ne serons pas là pour voir ça;

∎ if I had my time over again si j'avais à recommencer (ma vie);

∎ at my time of life à mon âge;

∎ that was before your time (birth) vous n'étiez pas encore né; (arrival) vous n'étiez pas encore là;

∎ her time has come (childbirth) elle arrive à son terme; (death) son heure est venue ou a sonné; (success) son heure est venue;

∎ he died before his time il est mort avant l'âge

(q) (season)

∎ it's hot for the time of year il fait chaud pour la saison

(r) (end of period) fin f;

∎ time's up (on exam, visit) c'est l'heure; (on meter, telephone) le temps est écoulé;

∎ British time (gentlemen), please! (in pub) on ferme!;

∎ Sport the referee called time l'arbitre a sifflé la fin du match

(s) American Commerce (credit)

∎ to buy sth on time acheter qch à tempérament ou à terme ou à crédit

(t) familiar (in prison)

∎ to do time faire de la taule;

∎ he's serving time for murder il est en taule pour meurtre

(u) Music (tempo) mesure f; (note value) valeur f (d'une note);

∎ to keep time, to be in time être en mesure;

∎ he beat time with his foot il battait ou marquait la mesure du pied;

∎ in triple or three-part time à trois temps

(v) Radio & Television espace m;

∎ to buy/to sell time on television acheter/vendre de l'espace publicitaire à la télévision

(w) American familiar (idiom)

∎ to make time with sb (pursue) draguer qn; (be with) être avec qn^□ (en couple) ; (have sex with) s'envoyer en l'air avec qn

2 transitive verb

(a) (on clock → runner, worker, race) chronométrer;

∎ they timed her at four minutes a mile ils l'ont chronométrée ou ils ont chronométré son temps à quatre minutes au mille;

∎ time how long she takes to finish regardez combien de temps elle met pour finir;

∎ he timed his speech to last twenty minutes il a fait en sorte que son discours dure vingt minutes;

∎ to time an egg minuter le temps de cuisson d'un œuf

(b) (schedule) fixer ou prévoir (l'heure de); Photography (exposure) calculer;

∎ they timed the attack for 6 o'clock l'attaque était prévue pour 6 heures

(c) (choose right moment for) choisir ou calculer le moment de;

∎ she timed her entrance well elle a bien choisi le moment pour faire son entrée;

∎ he timed the blow perfectly il a frappé au bon moment;

∎ your remark was perfectly/badly timed votre observation est venue au bon/au mauvais moment

(d) (synchronize) régler, ajuster;

∎ she tried to time her steps to the music elle essayait de régler ses pas sur la musique

3 times

1 plural noun

(indicating degree) fois f;

∎ she's ten times cleverer than or as clever as he is elle est dix fois plus intelligente que lui;

∎ he ate four times as much cake as I did il a mangé quatre fois plus de gâteau que moi

2 preposition

∎ Mathematics 3 times 2 is 6 3 fois 2 font ou égalent 6;

∎ 1 times 6 is 6 une fois six fait ou égale six

4 ahead of time adverb

en avance;

∎ I'm ten minutes ahead of time j'ai dix minutes d'avance

5 all the time adverb

∎ he talked all the time we were at lunch il a parlé pendant tout le déjeuner;

∎ he's been watching us all the time il n'a pas cessé de nous regarder;

∎ I knew it all the time je le savais depuis le début

6 any time adverb

n'importe quand;

∎ come over any time venez quand vous voulez;

∎ you're welcome any time vous serez toujours le bienvenu;

∎ thanks for all your help - any time merci de votre aide - de rien

7 at a time adverb

∎ for days at a time pendant des journées entières, des journées durant;

∎ to do two things at a time faire deux choses à la fois;

∎ take one book at a time prenez les livres un par un ou un (seul) livre à la fois;

∎ she ran up the stairs two at a time elle a monté les marches quatre à quatre

8 at all times adverb

à tous moments

9 at any time adverb

à toute heure;

∎ hot meals at any time repas chauds à toute heure;

∎ at any time of day or night à n'importe quelle heure du jour ou de la nuit;

∎ at any time during office hours n'importe quand pendant les heures de bureau;

∎ he could die at any time il peut mourir d'un moment à l'autre;

∎ if at any time… si à l'occasion…

10 at the same time adverb

(a) (simultaneously) en même temps;

∎ they all spoke at the same time ils se sont mis à parler tous en même temps;

∎ they arrived at the same time (as) he did ils sont arrivés en même temps que lui

(b) (yet) en même temps;

∎ she was pleased but at the same time a bit concerned elle était contente mais en même temps un peu inquiète

(c) (nevertheless) pourtant, cependant;

∎ at the same time, we must not forget… pourtant ou cependant, il ne faut pas oublier…

11 at the time adverb

∎ at the time of their wedding au moment de leur mariage;

∎ I didn't pay much attention at the time sur le moment, je n'ai pas fait vraiment attention

12 at times adverb

parfois, par moments

13 behind time adverb

en retard;

∎ we're a bit behind time nous sommes légèrement en retard;

∎ the project was running behind time le projet avait du retard

14 for a time adverb

pendant un (certain) temps;

∎ for a time, he was unable to walk pendant un certain temps, il n'a pas pu marcher

15 for all time adverb

pour toujours

16 for the time being adverb

pour le moment

17 from time to time adverb

de temps en temps, de temps à autre

18 in time adverb

(a) (eventually)

∎ she'll come to her senses in time elle finira par revenir à la raison;

∎ he'll forget about it in (the course of) time il finira par l'oublier (avec le temps)

(b) (not too late)

∎ let me know in (good) time prévenez-moi (bien) à l'avance;

∎ she arrived in time for the play elle est arrivée à l'heure pour la pièce;

∎ you're just in time to greet our guests tu arrives juste à temps pour accueillir nos invités;

∎ I'll be back in time for the film je serai de retour à temps pour le film

(c) Music en mesure;

∎ to be or keep in time (with the music) être en mesure (avec la musique)

19 in (next to) no time, in no time at all adverb

en un rien de temps

20 of all time adverb

de tous les temps

21 of all times adverb

∎ why now of all times? pourquoi faut-il que ce soit juste maintenant?

22 on time adverb

à l'heure;

∎ to run on time (trains etc) être à l'heure;

∎ she arrived right on time elle est arrivée juste à l'heure;

∎ is the bus on time? est-ce que le bus est à l'heure?

23 out of time adverb

∎ Music he got out of time il a perdu la mesure

24 time after time, time and (time) again adverb

maintes et maintes fois

25 time off noun

temps m libre;

∎ what do you do in your time off? qu'est-ce que vous faites de votre temps libre?

26 time out noun

(a) Sport temps m mort; (in chess match) temps m de repos;

∎ Sport to take time out faire un temps mort

(b) (break)

∎ I took time out to travel (from work) je me suis mis en congé pour voyager; (from studies) j'ai interrompu mes études pour voyager;

∎ she took time out to read the report elle a pris le temps de lire le rapport

►► time of arrival heure f d'arrivée;

Stock Exchange time bargain marché m à terme;

Finance time bill traite f à terme; also figurative time bomb bombe f à retardement;

∎ figurative a demographic time bomb une situation démographique qui menace d'exploser;

∎ the situation is like a time bomb ticking away la situation est explosive;

∎ figurative they're sitting on a time bomb ils sont assis sur un volcan;

time capsule capsule f témoin (qui doit servir de témoignage historique aux générations futures);

Industry time card carte f ou fiche f de pointage;

time chart (showing time zones) carte f des fuseaux horaires; (showing events) table f d'événements historiques; (showing planning) calendrier m, planning m;

time check (on radio) rappel m de l'heure; (in cycling, skiing, motor racing) contrôle m du temps intermédiaire;

Grammar time clause proposition f temporelle;

Industry time clock pointeuse f;

time code code m temporel;

time of departure heure f de départ;

American Finance time deposit dépôt m à terme;

time difference décalage m horaire;

Finance time draft traite f à terme;

time exposure (of film) (temps m de) pose f; (photograph) photo f prise en pose;

time frame délai m;

∎ what's our time frame? de combien de temps disposons-nous?;

time fuse détonateur m ou fusée f à retardement;

time lag (delay) décalage m dans le temps; (in time zones) décalage m horaire;

time lapse intervalle m, laps m de temps;

time limit (gen) délai m, date f limite; Law délai m de forclusion;

∎ there is a strict time limit for applications il y a un délai impératif ou de rigueur pour la remise des dossiers de candidature;

∎ we'll have to set ourselves a time limit for the work il va falloir nous imposer un délai pour finir ce travail;

∎ the work must be completed within the time limit le travail doit être terminé avant la date limite;

Finance time loan emprunt m à terme;

time machine machine f à voyager dans le temps;

time management gestion f du temps de travail;

Marketing time pricing fixation f des prix en fonction du moment;

time sheet feuille f de présence;

Radio time signal signal m ou top m horaire;

Music time signature indication f de la mesure;

Computing time slice tranche f de temps;

Computing time slicing temps m partagé;

time slot créneau m ou tranche f horaire;

time switch (for oven, heating) minuteur m; (for lighting) minuterie f;

time travel voyage m dans le temps;

time traveller personne f qui voyage dans le temps;

Sport time trial course f contre la montre, contre-la-montre m inv;

Telecommunications time unit unité f;

time value Music valeur f (d'une note); Finance valeur f temporelle;

time warp (in science fiction) faille f spatio-temporelle;

∎ it's like living in a time warp c'est comme si on vivait hors du temps;

∎ the country seems to have entered a time warp le temps semble s'être arrêté dans le pays;

∎ the house/company seems to be caught in a 19th century time warp la maison/la société semble ne pas avoir changé depuis le XIXème siècle;

time zone fuseau m horaire

✾ Book 'The Time Machine' Wells 'La Machine à explorer le temps'

ⓘ I may be some time Ce sont les mots ("je risque d'en avoir pour un certain temps") qu'aurait prononcés le capitaine Oates lorsqu'il sortit de la tente qu'il occupait avec le capitaine Scott au cours de leur expédition de 1912 au pôle sud. Oates souffrait de gelures multiples et afin de ne pas ralentir la progression de ses camarades, il décida de se sacrifier en disparaissant dans la tourmente. Cet épisode est censé symboliser les qualités d'héroïsme et d'abnégation associées au caractère britannique. Aujourd'hui, on emploie cette formule par allusion à Oates sur le mode humoristique lorsque l'on sort d'une pièce ou bien lorsqu'on va aux toilettes.

Un panorama unique de l'anglais et du français > time
6 time

taɪm
1. сущ.
1) а) время in/on one's own time ≈ в свободное время on time амер. ≈ точно, вовремя make time б) обыкн. мн. времена, эпоха before (behind) the times (или one's time) ≈ передовой (отсталый) по взглядам
2) а) срок to do time разг. ≈ отбывать тюремное заключение serve one's time б) век, жизнь;
возраст в) рабочее время
3) а) раз times out of( или without) number ≈ бесчисленное количество раз б) муз. темп, такт keep time в) спорт интервал между раундами (в боксе) г) тайм, период и другие соответствующие название частей цельного матча в различных играх ∙ to sell time амер. ≈ предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату), предоставлять эфирное время (за плату на радио или телевидении) lost time is never found again посл. ≈ потерянного времени не воротишь
2. гл.
1) а) удачно выбирать время, приурочивать б) назначать время, рассчитывать( по времени)
2) спорт показывать такое-то время (на круге, в гонке, заезде и т. п.)
3) танцевать в такт, играть в такт и т.п. время - absolute * абсолютное время - space and * пространство и время - with *, in (the) course of *, in (the) process of *, as * goes с течением времени;
по мере того, как идет время;
в конце концов - from the beginning of * с сотворения мира - to the end of * до скончания века, до конца мира - in the retrospect of * сквозь призму времени /прошлого/ - in the mists of * во мраке времени;
канувший в Лету - the accumulation of prejudices over * рост предрассудков на протяжении( многих) веков - as old as * старый как мир - to bear the test of * выдерживать испытание временем - * will show время покажет;
поживем - увидим - * alone could answer the question только время могло дать ответ на этот вопрос - * flies время бежит - * presses /is short/ время не терпит - * hangs heavy on one's hands время медленно тянется - * is precious время дорого - the unity of * (театроведение) единство времени время (мера длительности, система отсчета) - Moscow * московское время - Greenwich * время по Гринвичу, среднеевропейское время - mean * среднее (солнечное) время - astronomical * астрономическое время - ship's * время на борту( корабля) - sidereal * звездное время - daylight-saving /summer/ * летнее время время выполнения( чего-л.) - average * среднее время( выполнения операции) - estimated * расчетное время - real * реальный масштаб времени - countdown * время обратного счета (при запуске ракеты и т. п.) - machine * (компьютерное) машинное время - to sell (machine) * продавать машинное время период времени - a long * длительное время - he was there a long * он пробыл там долго - a long * ago много лет тому назад - after a long * много времени спустя - it took him a long * to do it /in doing it/, he took a long * doing it /over it/ ему потребовалось /у него ушло/ немало времени, чтобы сделать это;
он немало с этим провозился - what a long * he's taking! как долго он копается!;
сколько же можно копаться? - some * некоторое время - I didn't see him at the club for some * некоторое время я не встречал его в клубе - all the *, the whole * все( это) время, всегда - they were with us all the * /the whole */ они все время были с нами - all the * we were working в течение всего времени, что мы работали - he does it all the * он всегда /постоянно/ это делает - he's been watching us all the * /the whole */ он не переставая /неотрывно/ следил за нами, он ни на секунду не упускал нас из виду - one * and another одно время;
время от времени - running * (of a film) (кинематографический) время демонстрации (фильма) - lead * время с начала разработки( оружия) до ввода в боевой состав - reaction * время (остающееся) для пуска ракет (при ядерном ударе) - idle * простой, перерыв в работе;
свободное время - * of orbiting (астрономия) время обращения искусственного спутника - after a * через некоторое время - at the /that/ * в это /в то/ время - I was ill at the * я тогда болел - I didn't know it at the * тогда я (еще) не знал об этом - at the present * в настоящее время - at this * of (the) day в это время дня - at one * одно время, когда-то - at one * this book was very popular некогда /было время, когда/ эта книга была очень популярна - at no * никогда - for a * на некоторое время, временно;
некоторое время - for vacation * на время каникул - for the * на это время - for the * being пока, до поры до времени - in * со временем - I think that we may win in * думаю, что со временем нам удастся победить - in a short * в скором времени - in no *, in less than /next to/ no * очень быстро, мигом, в два счета - I'll come back in no * я моментально вернусь;
я обернусь в два счета - in the same flash of * в то же мгновение, в тот же миг - in two weeks' * через две недели - written in three hours' * написанный за три часа - within the required * в течение требуемого времени - to give smb. * to do smth. /for smth./ дать кому-л. время /срок/ сделать что-л. /для чего-л./ - to give smb. * to turn round дать кому-л. возможность перевести дух, дать кому-л. передышку - the patient has her good * more often now теперь больная чаще чувствует себя хорошо - it is his daily * for rest в это время он ежедневно отдыхает - it takes * это требует времени, это скоро не сделаешь сезон, пора, время - sowing * время /пора/ сева, посевной период, посевная - holiday * время каникул - at this * of the year в это время года - for this * of year на это время года - autumn is a good * of year to be in the country в осеннюю пору хорошо пожить за городом долгое время - he was gone * before you got there он ушел задолго до того, как вы туда явились - what a * it took you! долго же вы возились!;
неужто нельзя было побыстрее? час, точное время - what *, at what * в какое время, в котором часу;
когда - to fix /to appoint/ a * назначить время - to show * показывать время (о часах) - to tell * (американизм) определять время по часам - teach the child to tell * научите ребенка определять время по часам - to look at the * посмотреть на часы - to forget the * of the appointment забыть время свидания /встречи/ - to keep (good) * хорошо идти( о часах) - to lose * отставать( о часах) - what is the *?, what * is it? сколько времени?, который час? - what * do you make it? сколько (времени) на ваших часах?, сколько сейчас, по-вашему /по-твоему/, времени? момент, мгновение;
определенный момент, определенное время - some * в какой-то момент, в какое-то время - I'll drop in some * next month я (к тебе) загляну как-нибудь в следующем месяце - some * (or other) когда-нибудь рано или поздно - this * last year в это (самое) время в прошлом году - this * tomorrow завтра в это же время - at *s по временам, время от времени - at the /that/ * в тот момент, в то время - at the * of delivery в момент родов - at the * I didn't notice it в тот момент я этого не заметил - at a given * в определенный момент - at the fixed * в назначенное время - at one * одновременно - at the same * в то же самое время, одновременно;
в тот же момент - you can't be in two places at the same * нельзя быть в двух местах одновременно - at any * you like в любой момент /в любое время/, когда вам будет удобно - he may turn up (at) any * он может появиться в любой момент - at any other * в любое другое время - at the proper *, when the * comes в свое время, когда придет время - we shall do everything at the proper * мы все сделаем, когда нужно;
всему свое время - between *s иногда, временами - by the * к этому времени - by this * к этому времени - by that * we shall be old в это время мы уже будем стариками - you ought to be ready by this * к этому времени вы должны быть готовы - it will be nearly two by the * you get down вы приедете не раньше двух часов - from that * (onwards) с этого времени - the * has come when... пришло время /наступил момент/, когда... время прибытия или отправления (поезда и т. п.) - to find out the *s of the London trains узнать расписание лондонских поездов срок, время - in * в срок, вовремя - on * в срок, вовремя - to arrive exactly on * приехать /прибыть/ минута в минуту /точно в назначенный час/ - in due * в свое время, своевременно - to be in * for smth. поспеть точно к чему-л. - to arrive in * for dinner поспеть как раз к обеду - I was just in * to see it я успел как раз вовремя, чтобы увидеть это - ahead of *, before one's * раньше срока - behind *, out of * поздно, с опозданием - to be ten minutes behind * опоздать на десять минут - the train was running (half an hour) behind * поезд опаздывал (на полчаса) - to ask for an extension of * просить отсрочки( платежей) - to make * (американизм) прийти вовремя /по расписанию/ - (it is) high * давно пора, самое время - it's about * пора - it is * to go to bed /you went to bed/ пора ложиться спать - *! время вышло!, ваше время истекло /вышло/ - the * is up срок истек - * is drawing on времени остается мало, срок приближается - she is near her * она скоро родит - my * has come мой час пробил;
пришло время умирать - see that you are up to * смотри не опоздай - the * for feeding is nearing, it's nearing the * for feeding приближается /подходит/ время /срок/ кормления подходящий момент, подходящее время - now is the * to go on strike /for going on strike/ теперь самое время начать забастовку - this is no * /not the */ to reproach /for reproaching/ me сейчас не время упрекать меня времена, пора;
эпоха, эра - the good old *s добрые старые времена - our *(s) наше время, наши дни - the product of our *s продукт нашей эпохи - hard *(s) тяжелые времена - peace * мирное время - the * of Shakespeare эпоха Шекспира - the * of universal peace эра всеобщего мира - the *s we live in наши дни;
время, в котором мы живем - a sign of the *(s) знамение времени - at all *s, (американизм) all the * всегда, во все времена - at all *s and in all places всегда и везде - for its * для своего времени - a book unusual for its * книга, необычная для своего /того/ времени - from the earliest *s с давних времен - from * immemorial /out of mind/ с незапамятных времен, испокон веку /веков/;
искони, исстари - (in) past *(s) (в) прежнее время - (in) old /ancient, (устаревшее) olden/ *(s) (в) старое время;
в древности, в стародавние времена, во время оно - in prehistoric *s в доисторическую эпоху - in happier *s в более счастливые времена, в более счастливую пору - in *s to come в будущем, в грядущие времена - abreast of the *s вровень с веком;
не отставая от жизни - to be abreast of the *s, to move /to go/ with the *s стоять вровень с веком, не отставать от жизни, шагать в ногу со временем - ahead of the /one's/ *(s) опередивший свою эпоху, передовой - behind one's /the/ *(s) (разговорное) отстающий от жизни, отсталый - to serve the * приспосабливаться - other *s, other manners иные времена - иные нравы - born before one's *(s) опередивший свою эпоху - to change with the *s изменяться вместе с временем - these achievements will outlast our * эти достижения переживут нас /наше время/ - * was /there was a */ when... было время, когда... - as *s go (разговорное) по нынешним временам - the * is out of joint( Shakespeare) распалась связь времен возраст - at his * of life в его возрасте, в его годы - I have now reached a * of life when... я достиг того возраста, когда... период жизни, век - it will last my * этого на мой век хватит - all these things happened in my * все это произошло на моей памяти - it was before her * это было до ее рождения;
она этого уже не застала - he died before his * он безвременно умер;
он умер в расцвете сил - if I had my * over again если бы можно было прожить жизнь сначала /заново/ - in my * such things were not done в мое время так не поступали - this hat has done /served/ its * эта шляпка отслужила свое /отжила свой век/ свободное время;
досуг - to have * иметь время - to have much /plenty of, (разговорное) loads of, (разговорное) heaps of, (разговорное) oceans of/ *, to have * on one's hands иметь много /уйму/ (свободного) времени - to have no *, to be hard pressed for * совершенно не иметь времени, торопиться - I have no * to spare у меня нет лишнего времени - I have no * for such nonsense мне недосуг заниматься такой ерундой /чепухой/ - to find * to read books находить время для чтения книг - to pass the * away in knitting проводить время за вязаньем - to beguile /to while away/ the * коротать время - to waste /to squander, to idle away, to trifle away/ one's * даром /попусту/ терять время - to lose * терять время - to make up for lost * наверстать упущенное;
компенсировать потери времени - there's no * to lose /to be lost/ нельзя терять ни минуты - to play for * пытаться выиграть время;
тянуть /оттягивать/ время - to save * экономить время, не терять попусту времени - to take one's * не торопиться, выжидать;
(ироничное) мешкать, копаться - I need * to rest мне нужно время, чтобы отдохнуть - my * was my own я был хозяином своего времени - my * wasn't my own у меня не было свободного времени - he did it in his own * он сделал это в нерабочее время - * enough to attend to that tomorrow у нас будет время заняться этим завтра - a lot of *, effort and money has been spent было потрачено много времени, усилий и денег время (с точки зрения того, как оно проводится) ;
времяпровождение - to have a good /a fine/ * (of it) хорошо провести время, повеселиться - not to have much of a * неважно провести время - to have the * of one's life переживать лучшую пору своей жизни;
повеселиться на славу;
отлично провести время - to have a high old * переживать лучшую пору своей жизни - to have a bad /rough/ * (of it) терпеть нужду /лишения/, хлебнуть горя;
повидать всякое;
пережить несколько неприятных минут - he had a rough * (of it) ему пришлось туго /нелегко/ - she had a bad /rough/ * (of it) with her baby у нее были трудные роды - to give smb. a rough * заставить кого-л. мучиться;
заставить кого-л. потерпеть, доставить кому-л. несколько неприятных минут - what a * I had with him! с ним пришлось немало помучиться;
уж как он изводил меня! - the patient had a bad * for three hours before the medicine worked больной три часа мучился, прежде чем подействовало лекарство рабочее время - task * время для выполнения какой-л. работы - full * полный рабочий день - to work full * работать полный рабочий день - to turn to writing full * (образное) полностью посвятить себя писательству - by * на условиях почасовой оплаты - to be paid by * получать сдельно - to work /to be/ on short * работать сокращенную рабочую неделю, быть частично безработным - my normal * is 8 hours a day обычно я работаю 8 часов в день плата за работу - double * двойная плата за сверхурочную работу - to collect one's * получить зарплату - we offer straight * for work up to 40 hours and * and a half for Saturdays мы платим полную ставку за 40-часовую рабочую неделю и полторы ставки за работу по субботам (удобный) случай, (благоприятная) возможность - to watch /to bide/ one's * ждать благоприятного момента - now's your * (разговорное) теперь самое время вам действовать и т. п. (спортивное) время - the winner's * время победителя - to keep * with one's stop watch засекать время с помощью секундомера - some wonderful *s were put up многие показали отличное время - he is making excellent * он идет с отличным временем интервал между раундами (бокс) - to call * давать сигнал начать или кончить схватку тайм;
период, половина игры (футбол) скорость, темп;
такт;
размер;
ритм - simple * (музыкальное) простой размер - compound * (музыкальное) сложный размер - waltz * ритм вальса - in * ритмичный;
ритмично - out of * неритмичный;
неритмично - to get out of * сбиться с ритма - to march in quick * идти быстро - to keep /to beat/ * отбивать такт;
выдерживать такт /ритм/ - to break into quick * ускорить шаг, перейти на ускоренный шаг - to quicken the * убыстрять /ускорять/ темп (стихосложение) мора (библеизм) год раз, случай - six *s шесть раз - a dozen *s много раз - every * каждый раз - last * в прошлый раз - this * (на) этот раз - next * (в) следующий раз - four *s running четыре раза подряд /кряду/ - he lost five *s running он проиграл пять раз подряд - the first * (в) первый раз - this is the third * he has come вот уже третий раз, как он приходит - another * (в) другой раз - the one * I got good cards единственный раз, когда у меня были хорошие карты - at a * разом, сразу одновременно - to do one thing at a * делать по очереди, не браться за все сразу - to do two things at a * делать две вещи одновременно /зараз/ - * after * повторно;
тысячу раз - *s out of /without/ number бесчисленное количество раз - * and again, * and * again снова и снова - he said it * and again он не раз говорил это;
он не уставал повторять это - I had to prove it * and again мне приходилось доказывать это вновь и вновь /снова и снова, бессчетное количество раз/ - from * to * время от времени, от случая к случаю - nine *s out of ten в девяти случаях из десяти;
в большинстве случаев - I've told you so a hundred *s я тебе это говорил сто раз раз - three *s six is /are/ eighteen трижды шесть - восемнадцать каждый раз;
каждый случай;
каждая штука - it costs me 3 pounds a * to have my hair done каждый раз я плачу три фунта за укладку волос - pick any you like at 5 dollars a * (разговорное) выбирайте любую по 5 долларов штука - at a * за (один) раз, за (один) прием - to run upstairs two at a * бежать вверх по лестнице через две ступеньки - to read a few pages at a * читать не больше нескольких страниц за раз /за один присест/ раз, крат - a hundred *s greater во сто крат больше - twenty *s less в двадцать раз меньше - many *s as large во много раз больше - three *s as wide в три раза /втрое/ шире - three *s as much /as many/ втрое больше - they were five *s fewer их было в пять раз меньше - you'll get two *s your clock я заплачу вам вдвое больше, чем по счетчику (предложение таксисту) > (old) Father T. дедушка-время > the big * верхушка лестницы, верхушка пирамиды;
сливки общества > to be in the big *, to have made the big * принадлежать к сливкам общества, входить в элиту > the * of day положение вещей /дел/;
последние сведения /данные/ > at this * of day так поздно;
на данном этапе;
после того, что произошло > to know the * of day быть настороже;
быть искушенным (в чем-л.) > to give smb. the * of day обращать внимание на кого-л. (особ. с отрицанием) ;
здороваться с кем-л. > to pass the * of day with smb. здороваться с кем-л. > that's the * of day! такие-то дела!;
значит, дело обстоит так! > against * в пределах установленного времени;
с целью побить рекорд;
с целью выиграть время;
в большой спешке > to talk against * стараться соблюсти регламент > to work against * стараться уложить /кончить работу/ в срок > to run against * стараться побить ранее установленный рекорд > to talk against * говорить с целью затянуть время (при обструкции в парламенте) > at the same * тем не менее, однако > your statement is not groundless;
at the same * it is not wholly true ваше замечание не лишено основания, однако оно не совсем правильно > in good * со временем, с течением времени;
своевременно;
заранее, заблаговременно > you'll hear from me in good * со временем я дам о себе знать > to start in good * отправиться заблаговременно > come in good *! не опаздывай! > all in good * все в свое время > in bad * не вовремя;
поздно, с опозданием > on * (американизм) в рассрочку > to buy a Tv set on * купить в кредит телевизор > once upon a * давным-давно;
во время оно;
когда-то > once upon a * there lived a king давным-давно жил-был король > to buy * выигрывать время;
оттягивать /тянуть/ время, канителить > to have a thin * переживать неприятные минуты;
переживать трудности > to have a * переживать бурное время;
испытывать большие трудности > to have no * for smb. плохо выносить кого-л. > I have no * for him он меня раздражает > to kill * убивать время > to make * поспешить, поторопиться > we'll have to make * to catch the train нам нужно поспешить, чтобы не /если мы не хотим/ опоздать на поезд > to make good * быстро преодолеть какое-л. расстояние > to make a * about /over/ smth. (американизм) волноваться, суетиться по поводу чего-л.;
шумно реагировать на что-л. > to mark * шагать на месте;
оттягивать /тянуть/ время;
выполнять что-л. чисто формально, работать без души > to do * отбывать тюремное заключение, отсиживать свой срок > to serve /to complete/ one's * отслужить свой срок (в период ученичества) ;
отбыть срок (в тюрьме) > to near the end of one's * заканчивать службу (о солдате) ;
заканчивать срок (о заключенном) > to sell * (американизм) предоставлять за плату возможность выступить по радио или телевидению > to take /to catch/ * by the forelock действовать немедленно;
воспользоваться случаем, использовать благоприятный момент > to go with the *s плыть по течению > there's no * like the present теперь самое подходящее время (для какого-л. дела) ;
лучше не откладывай;
лови момент > * works wonders время делает /творит/ чудеса > * cures all things время - лучший лекарь > * and tide wait for no man время не ждет > it beats my * (американизм) это выше моего понимания > lost * is never found again (пословица) потерянного времени не воротишь > a stitch in * saves nine (пословица) один стежок сделанный вовремя, сберегает десять > * is money (пословица) время - деньги связанный с временем - * advantage( спортивное) преимущество во времени снабженный часовым механизмом - * lock замок с часовым механизмом связанный с покупками в кредит или с платежами в рассрочку подлежащий оплате в определенный срок выбирать время;
рассчитывать (по времени) - to * oneself well удачно выбрать время прихода /приезда/ - to * one's blows skilfully искусно выбирать момент для (нанесения) удара - to * one's march through the city выбрать время для марша по улицам города - the publication of the book was well *d книга была опубликована в самый подходящий момент - the remark was well *d замечание было сделано очень кстати назначать или устанавливать время;
приурочивать - he *d his arrival for six o'clock он намечал свой приезд на шесть часов - the train was *d to reach London at 8 a.m. поезд должен был прибыть в Лондон в 8 часов утра ставить (часы) - to * all the clocks in the office according to the radio поставить все часы в конторе /в бюро/ по радио - to * one's watch by the time signal ставить часы по сигналу точного времени - * your watch with mine поставьте свои часы по моим - the alarm-clock was *d to go off at nine o'clock будильник был поставлен на девять часов задавать темп;
регулировать( механизм и т. п.) отмечать по часам;
засекать;
определять время;
хронометрировать - to * the speed of work хронометрировать трудовой процесс - to * a worker on a new job хронометрировать работу новичка - to * the horse for each half mile засекать время лошади на каждой полумиле - to * how long it takes to do it засечь, сколько времени требуется, чтобы сделать это - I *d his reading я следил за его чтением /за скоростью его чтения/ по часам рассчитывать, устанавливать продолжительность - clockwork apparatus *d to run for forty-eight hours часовой механизм, рассчитанный на двое суток работы выделять время для определенного процесса - to * one's exposure correctly( фотографическое) сделать /поставить/ нужную выдержку (to, with) делать в такт - to * one's steps to the music танцевать в такт музыке - to * one's footsteps to a march шагать в ритме марша (редкое) совпадать, биться в унисон( техническое) синхронизировать access ~ вчт. время доступа access ~ момент допуска across-the-board ~ фиксированный момент движения цен на фондовой бирже, затрагивающего все акции action ~ рабочее время active ~ активное время active ~ продолжительность обслуживания actual ~ фактическое время add ~ вчт. время сложения air ~ время выхода в эфир in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно all-in ~ произ. стандартный срок allowed ~ допустимое время arrival ~ вчт. время входа times to come будущее;
as times go по нынешним временам at a ~ одновременно at my ~ of life в мои годы, в моем возрасте at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда at one ~ одновременно to make ~ амер. ехать на определенной скорости;
on time амер. точно, вовремя;
at one time некогда at the same ~ в то же самое время at the same ~ вместе с тем;
тем не менее;
for the time being пока, до поры до времени at the ~ в то время at the ~ of во время at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда attended ~ вчт. время обслуживания available ~ полезное время in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно ~ муз. темп;
такт;
to beat time отбивать такт to keep ~ = to beat time before one's ~ до (кого-л.) ;
до (чьего-л.) рождения before (behind) the times (или one's ~) передовой (отсталый) по взглядам in no ~ необыкновенно быстро, моментально;
before time слишком рано big ~ разг. успех bit ~ вчт. такт передачи broadcasting ~ время трансляции build-up ~ вчт. время нарастания очереди calculating ~ вчт. время счета changeover ~ время перехода к выпуску новой продукции closing ~ время закрытия closing ~ время окончания работы compensation ~ время компенсации compile ~ вчт. время трансляции computation ~ вчт. время вычислений computer ~ машинное время computer ~ вчт. машинное время computing ~ вчт. время вычмсления connect ~ вчт. продолжительность сеанса связи cooling ~ время охлаждения critical ~ предельное время cutoff ~ время прекращения data ~ вчт. время обмена данными daylight saving ~ летнее время debug ~ вчт. время отладки debugging ~ вчт. время отладки deceleration ~ вчт. время останова delay ~ время задержки delay ~ вчт. время задержки delay ~ время запаздывания delay ~ выдержка времени delivery ~ срок поставки ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение double ~ ускоренный марш down ~ вчт. время неисправного состояния down ~ вчт. простой dwell ~ вчт. время пребывания в системе effective ~ полезное время effective waiting ~ вчт. эффективное время ожидания elapsed ~ астрономическое время работы elapsed ~ истекшее время elapsed ~ общее затраченное время elapsed ~ фактическая продолжительность entry ~ вчт. момент входа event ~ вчт. момент появления события fetch ~ вчт. время выборки flexible working ~ гибкий рабочий график in a short ~ в скором времени;
for a short time на короткое время, ненадолго ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени to give (smb.) the ~ of day, to pass the ~ of day (with smb.) здороваться;
обмениваться приветствиями giving ~ предоставленное время to go with the ~s не отставать от жизни;
идти в ногу со временем handling ~ время перемещения handling ~ время переработки handling ~ время транспортировки ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира to have a good ~, to make a ~ of it хорошо провести время to while away the ~ коротать время;
to have time on one's hands иметь массу свободного времени idle ~ вчт. время простоя idle ~ нерабочий период idle ~ перерыв в работе idle ~ период бездействия idle ~ простой idle ~ вчт. простой in a short ~ в скором времени;
for a short time на короткое время, ненадолго in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно in good ~ заранее, заблаговременно;
all in good time все в свое время;
in bad time не вовремя, с опозданием, поздно in good ~ точно, своевременно there is no ~ to lose нельзя терять ни минуты;
in (или on) one's own time в свободное время in ~ вовремя;
to be in time поспеть, прийти вовремя;
in course of time со временем;
out of time несвоевременно ineffective ~ вчт. время простоя inoperable ~ нерабочее время instruction ~ вчт. время выполнения команды interaction ~ вчт. время взаимодействия ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение ~ жизнь, век;
it will last my time этого на мой век хватит to keep (good) ~ идти хорошо( о часах) ;
to keep bad time идти плохо (о часах) to keep ~ = to beat time to keep ~ выдерживать ритм to keep ~ идти верно( о часах) to keep (good) ~ идти хорошо (о часах) ;
to keep bad time идти плохо (о часах) knocking-off ~ рын.тр. время окончания работы lag ~ продолжительность запаздывания latency ~ вчт. время ожидания lead ~ время между принятием решения и началом действия lead ~ время на освоение новой продукции, на выполнение нового заказа lead ~ время подготовки к выпуску продукции lead ~ время протекания процесса lead ~ время реализации заказа lead ~ задержка, затягивание lead ~ срок разработки новой продукции load ~ время загрузки load ~ вчт. время загрузки loading ~ время погрузки local ~ местное время lost ~ потерянное время lost ~ is never found again посл. потерянного времени не воротишь;
one (two) at a time по одному (по двое) maintenance ~ продолжительность технического обслуживания to have a good ~, to make a ~ of it хорошо провести время to make ~ амер. ехать на определенной скорости;
on time амер. точно, вовремя;
at one time некогда to make ~ амер. спешить, пытаясь наверстать упущенное make-ready ~ подготовительное время times outof (или without) number бесчисленное количество раз;
many a time часто, много раз mean ~ between failures среднее время безотказной работы mean ~ to repair среднее время восстановления minimum ~ минимальное время multiplication ~ вчт. время умножения negotiated working ~ нормированное рабочее время negotiated working ~ согласованное рабочее время off ~ вчт. время простоя lost ~ is never found again посл. потерянного времени не воротишь;
one (two) at a time по одному( по двое) opening ~ время открытия operable ~ вчт. время готовности operable ~ рабочее время operating ~ время эксплуатации operating ~ наработка operating ~ вчт. рабочее время operating ~ срок службы operating ~ эксплуатационное время operation ~ вчт. время выполнения операции over ~ вчт. с течением времени part ~ неполный рабочий день to give (smb.) the ~ of day, to pass the ~ of day (with smb.) здороваться;
обмениваться приветствиями payout ~ срок выплаты preempted ~ вчт. продолжительность прерывания обслуживания prime ~ наиболее удобное время processing ~ вчт. время обработки данных processing ~ вчт. время обслуживания processing ~ продолжительность обработки processor ~ вчт. время счета production ~ вчт. производительное время productive ~ полезное время productive ~ вчт. полезное время productive ~ продуктивное время productive ~ производительно используемое время proving ~ вчт. время проверки question ~ время, отведенное в парламенте для вопросов правительству read ~ вчт. время считывания reading ~ время, уделяемое чтению real ~ истинное время real ~ истинный масштаб времени real ~ реальное время real ~ вчт. реальное время real ~ реальный масштаб времени recovery ~ вчт. время востановления redemption ~ время выкупа reference ~ вчт. начало отсчета времени remaining service ~ вчт. остаточное время обслуживания repair ~ вчт. время ремонта repair ~ продолжительность ремонта representative computing ~ вчт. эталонное время request-response ~ вчт. время между запросом и ответом resetting ~ вчт. время возврата residual waiting ~ остаточное время ожидания response ~ вчт. время ответа response ~ вчт. время отклика resting ~ время отдыха round-trip propagation ~ вчт. задержка кругового обхода running ~ вчт. время прогона sampling ~ вчт. время получения выборки scheduled ~ директивный срок scheduled ~ запланированное время scramble ~ вчт. конкурентное время search ~ comp. время поиска seek ~ вчт. время установки ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) to serve one's ~ отбыть срок наказания;
she is near her time она скоро родит, она на сносях;
to work against time стараться уложиться в срок to serve one's ~ отбыть срок службы service ~ вчт. время обслуживания setting ~ вчт. время установки setup ~ время перестройки производства setup ~ вчт. время установки setup ~ продолжительность подготовительно-заключительных операций ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира to serve one's ~ отбыть срок наказания;
she is near her time она скоро родит, она на сносях;
to work against time стараться уложиться в срок simulation ~ вчт. модельное время ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно slot ~ вчт. интервал ответа so that's the ~ of day! такие-то дела!;
take your time! не спешите!;
to kill time убить время sojourn ~ вчт. длительность пребывания at ~s временами;
some time or other когда-нибудь;
at no time никогда speaking ~ время выступления spent waiting ~ вчт. время ожиданий standard operation ~ нормативная наработка standard operation ~ нормативная продолжительность эксплуатации standard operation ~ нормативный срок службы standard ~ норматив времени standard ~ нормативное время standard ~ стандартное, декретное время start ~ вчт. время разгона starting ~ время начала startup ~ вчт. время запуска stop ~ вчт. время останова storage ~ вчт. время хранения данных storing ~ время хранения swap ~ вчт. время перекачки system ~ вчт. время системы system with limited holding ~ система с ограниченным временем пребывания so that's the ~ of day! такие-то дела!;
take your time! не спешите!;
to kill time убить время takedown ~ вчт. время освобождения ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно testing ~ вчт. время проверки there is no ~ to lose нельзя терять ни минуты;
in (или on) one's own time в свободное время throughput ~ производительное время ~ раз;
six times five is thirty шестью пять - тридцать;
ten times as large в десять раз больше;
time after time раз за разом;
повторно ~ attr. относящийся к определенному времени ~ attr. повременный;
it beats my time это выше моего понимания;
to sell time амер. предоставлять время для выступления по радио или телевидению (за плату) ~ between arrivals вчт. интервал между требованиями ~ for payment срок платежа ~ for performance срок исполнения ~ for presentment срок предъявления ~ for submission срок представления ~ срок;
it is time we were going нам пора идти;
time is up срок истек;
to do time разг. отбывать тюремное заключение ~ of acquisition время приобретения ~ of balance sheet дата представления балансового отчета ~ of billing срок фактурирования ~ of closing of accounts дата закрытия счетов ~ of conception время зачатия ~ of crisis кризисный период ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени ~ of death время смерти ~ of delivery срок поставки ~ of deposit период, на который сделан срочный вклад ~ of dispatch( TOD) время отправки ~ of distribution время размещения ~ of falling due срок платежа ~ of implementation период внедрения ~ of incurring a debt время образования долга ~ of invoicing время выписки фактуры ~ of issue время эмиссии ~ of loading время погрузки ~ of maturity срок платежа по векселю ~ of maturity срок ценной бумаги ~ of operation время выполнения операции ~ of operation наработка ~ of operation продолжительность эксплуатации ~ of operation срок службы ~ of payment срок платежа ~ of performance срок исполнения ~ of performance of contract срок исполнения договора ~ of purchase время покупки ~ of receipt( TOR) дата получения ~ of recording дата регистрации ~ of redemption срок выкупа ~ of redemption срок погашения ~ of sale время продажи ~ of sale дата продажи ~ of signature дата подписи ~ of surrender время вручения ~ of taking office дата вступления в должность ~ of taking up duties дата вступления в должность ~ of termination время прекращения действия ~ of termination дата истечения срока ~ of transmission( TOT) время передачи ~ of transportation время перевозки ~ of year время года ~ off нерабочее время ~ out вчт. тайм-аут ~ (часто pl) эпоха, времена;
hard times тяжелые времена;
time out of mind с незапамятных времен;
Shakespeare's times эпоха Шекспира ~ удачно выбирать время;
рассчитывать (по времени) ;
приурочивать;
to time to the minute рассчитывать до минуты times outof (или without) number бесчисленное количество раз;
many a time часто, много раз times to come будущее;
as times go по нынешним временам total ~ вчт. суммарное время ~ назначать время;
the train timed to leave at
6. 30 поезд, отходящий по расписанию в 6 ч. 30 м. transfer ~ вчт. время передачи transfer ~ срок передачи translating ~ вчт. время трансляции turnaround ~ вчт. длительность цикла обработки turnaround ~ межремонтный срок службы unexpended service ~ вчт. оставшееся время обслуживания unit ~ вчт. единичное время time: unused ~ вчт. неиспользуемое время up ~ вчт. рабочее время useful ~ вчт. полезное время user ~ вчт. время пользователя wait ~ вчт. время ожидания waiting ~ время ожидания waiting ~ вчт. время ожидания waiting ~ простой по организационным причинам waiting ~ простой по техническим причинам wasted service ~ вчт. затраченное время обслуживания ~ время;
what is the time? который час?;
the time of day время дня, час;
from time to time время от времени to while away the ~ коротать время;
to have time on one's hands иметь массу свободного времени while: ~ away бездельничать;
to while away the time (или a few hours) проводить, коротать время word ~ вчт. время выборки слова ~ рабочее время;
to work full (part) time работать полный (неполный) рабочий день или полную (неполную) рабочую неделю working ~ рабочее время write ~ вчт. время записи zone ~ поясное время zone: ~ attr. зональный;
поясной;
региональный;
zone time поясное время

Большой англо-русский и русско-английский словарь > time

См. также в других словарях:

The Hitchhiker's Guide to the Galaxy Tertiary to Quintessential Phases — The Tertiary Phase , Quandary Phase and Quintessential Phase are radio adaptations of the books Life, the Universe and Everything , So Long, and Thanks For All the Fish and Mostly Harmless recorded in 2003 and 2004 by Above the Title Productions… … Wikipedia
The Seven Dials Mystery — infobox Book | name = The Seven Dials Mystery title orig = translator = image caption = Dust jacket illustration of the first UK edition author = Agatha Christie cover artist = Not known country = United Kingdom language = English series = genre … Wikipedia
Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull — Infobox Film name = Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull caption = Theatrical release poster director = Steven Spielberg producer = Frank Marshall George Lucas Kathleen Kennedy writer = Screenplay: David Koepp Story: George Lucas… … Wikipedia
List of characters from The Sopranos in the Soprano crime family — The following is a listing of fictional characters from the HBO series The Sopranos that are associated with the Soprano crime family. Contents 1 Administration 1.1 Giacomo Jackie Aprile, Sr. 1.2 Silvio Dante … Wikipedia
List of Case Closed OVAs — … Wikipedia
33rd Virginia Infantry — The 33rd Virginia Volunteer Infantry Regiment was an infantry regiment raised in the Commonwealth of Virginia for service in the Confederate States Army during the American Civil War. It was a part of the famed Stonewall Brigade, named for… … Wikipedia
performing arts — arts or skills that require public performance, as acting, singing, or dancing. [1945 50] * * * ▪ 2009 Introduction Music Classical. The last vestiges of the Cold War seemed to thaw for a moment on Feb. 26, 2008, when the unfamiliar strains … Universalium
Donner Party timeline — provides an almost day to day basic description of events directly associated with the 1840s Donner Party pioneers, covering the journey from Illinois to California 2,500 miles (4,023 kilometers), over the Great Plains, two mountain ranges, and… … Wikipedia
Germany — /jerr meuh nee/, n. a republic in central Europe: after World War II divided into four zones, British, French, U.S., and Soviet, and in 1949 into East Germany and West Germany; East and West Germany were reunited in 1990. 84,068,216; 137,852 sq.… … Universalium
Toronto subway and RT — A T series train at Sheppard–Yonge station on the Sheppard line … Wikipedia
time — 1 /taIm/ noun TIME 1 (U) something that is measured in minutes, hours, years etc using clocks: a machine that can travel through time | The basic unit of time, the second, was redefined in 1967. | time passes/goes by: time goes by so quickly… … Longman dictionary of contemporary English

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

the train is timed to leave at four o'clock

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

the train is timed to leave at four o'clock

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: